Amsterdam.

Amsterdam


    Linken over wandelingen of rondleidingen in Amsterdam

    Amsterdam Architectuur vaartochten

    Is dat een klokgevel? Waar is het Huis met de Hoofden? De oudste woonboot van Amsterdam? Roeiend door de Amsterdamse grachten of in een fluiterbootje op de Amstel wil je graag weten wat er aan architectuur aan je voorbij trekt. Speciaal voor de liefhebber zijn er nu vier toertochten beschikbaar die de Amsterdamse architectuur vanaf het water beschrijven. Oorspronkelijk geschreven voor roeivereniging De Hoop zijn de tochten nu ook voor anderen beschikbaar voor €2,50 per toertocht. Stuur een mail naar: Maria Hendriks en na betaling krijg je een pdf met de beschrijving gemaild.

    Er zijn beschrijvingen van vier boottochten beschikbaar:

    Langs Nieuwbouw (en hoe het vroeger was), een lange tocht die door de binnenstad voert en vervolgens naar de Oostelijke eilanden.

    De tweede tocht vaart Langs de Amsterdamse School en voert door Amsterdam-Zuid en -West.

    Tocht nummer drie gaat de hele stad door Langs woonboten, arken en scharken. Een tekst met veel foto’s.

    De vierde tocht is een grachtentocht Langs vier eeuwen bouwgeschiedenis en doet ook Prinsen- en Bickerseiland aan.

    Alle beschrijvingen beginnen en eindigen op de Amstel tussen Berlage- en Amstelbrug. De tochten zijn geschreven voor roeiboten maar zijn ook geschikt voor kleine motorbootjes en voor lopers of fietsers, al zullen die laatsten zelf moeten uitzoeken aan welke kant van het water zij moeten zijn.
    De eerste vaartocht werd in 2006 geschreven en is nadien niet aangepast. Op sommige plekken zal de werkelijkheid afwijken van de beschreven situatie want een stad is voortdurend in verandering. De andere tochten dateren van respectievelijk 2008, 2009 en 2011.

    Waterkaarten zijn te downloaden op www.waternet.nl., waar ook informatie te vinden is over stremmingen en de verkeersregels op het water. De tochten zijn ook goed te varen aan de hand van de stratengids van Citoplan. De aanwijzingen in de beschrijvingen zijn in schipperstaal, dus stuurboord voor rechts in de vaarrichting en bakboord voor links. Houd overal goed stuurboord, kijk goed uit bij kruisingen, geef grotere boten voorrang en vaar rustig.
    Veel plezier!

    Soundtrackcity Amsterdam
    Soundtrackcity Amsterdam nodigt je uit om de straat op te gaan en de stad opnieuw te ontdekken via acht geluids-wandelingen gemaakt door kunstenaars.
    http://www.soundtrackcity.nl/amsterdam/

    Fossielen zoeken en tekenen in de Amsterdamse binnenstad
    In Amsterdamse stoepen en steegjes zijn prachtige fossielen te vinden van oeroude koralen, schelpen, zeelelies en slakkenhuizen.
    http://www.geokids.nl/fossielenwandeling.html

    Monumenten wandeling Amsterdam
    De wandeling doet de prachtige monumenten aan waarnaar deze quiz polst. Daarnaast is het vooral een heerlijke wandeling om de stad te leren kennen.
    http://www.routeyou.com/route/view/14658/wandelroute-monumenten-wandeling-amsterdam.nl

    Wandelingen IAmsterdam
    Het Amsterdam Toerisme & Congres Bureau (ATCB) heeft een aantal wandelingen uitgegeven. Deze ontdekkingstochten laten bezoekers kennismaken met het Centrum, de Jordaan, Joods Amsterdam en de Pijp. De lengte van de wandelingen varieert van twee tot 3,5 uur. De rijk geïllustreerde full-colour boekjes hebben een uitklapbare plattegrond.
    http://www.iamsterdam.com/nl/visiting/praktischeinformatie/producten/wandelingen

    Ontdek en ervaar het historische en kleurrijke hart van Amsterdam
    Het hart van Amsterdam, de oude binnenstad, is wereldwijd bekend en wordt jaarlijks bezocht door miljoenen binnen- en buitenlandse toeristen. De oudste en meest spraakmakende buurt van de stad heeft alles wat Amsterdam zo uniek en beroemd maakt in de wereld. De oude stad van Amsterdam heeft echter veel meer te bieden dan u in eerste instantie verwacht!
    http://www.amsterdamoudestad.nl/

    Wandelingen en fietstochten Stadswandelkantoor
    Stadswandelkantoor heeft een pakket rondleidingen, waaruit u kunt kiezen. Maar wij gaan graag akkoord met uw eigen variant. Bij rondleidingen op aanvraag  maken we afspraken over duur, deelnemers, dag en wandelgebied. We hebben ook zelf een wandelagenda samengesteld. Wie méér wil dan alleen wandelen, verwijzen wij naar onze arrangementen
    http://www.stadswandelkantoor.nl/navigation/rondleidingen/wandelpakket.html

    Fotowandeling van studiokoning
    Enkel en alleen foto's, keuze uit meerdere wandelingen.
    http://www.studiokoning.nl/Foto_Amsterdam_3/Wandeling_door%20Amsterdam_1.html

    Achttien kerken in anderhalf uur
    Stel Amsterdam telt tweehonderd kerken. Reken per kerk een voorganger -dominee of priester, dat is om het even. Trek daar ruwweg veertig procent van af voor de principieel ongehuwden of kinderlozen, en vermenigvuldig met het modale getal van 1,8 kinderen. Dat betekent 216 domineeskinderen die vandaag zachtjes moeten doen, Want Vader Werkt Aan Zijn Preek. En dat alleen al vandaag, in Amsterdam! Tweehonderd dominees en pastoors die vannacht heimelijk bidden: 'Och mocht onze kerk vannacht nog in de Amsterdamse modder wegzakken'!
    http://www.trouwcommunities.nl/groen/natuurtochten/597.html

    Wandel langs de mooiste plekken van Amsterdam
    Kijk en kies een stadswandeling in Amsterdam die bij u past. Een wandeling door de Jordaan, een culinaire Amsterdamse wandeling of een tocht door China Town? Onze ervaren gidsen maken de wandeling leuk, informatief, spannend en soms een tikje stout.
    U maakt de keuze, wij maken de wandeling in Amsterdam bijzonder!
    http://www.puuramsterdam.nl/Losse_activiteiten_Categorie/2/Wandelen.html

    Amsterdam in Site
    Amsterdam, Noord-Holland Klik op de naam van de straat die u wilt zien. Wanneer u op een afbeelding klikt krijgt u de volgende te zien. Klik rechts om naar rechts te kijken, links voor kijken naar links, boven in het midden om rechtdoor te gaan en beneden om om te keren.
    http://www.amsterdaminsite.nl/

    Stadswandelingen door Amsterdam
    Tijdens onze programma's verkennen we de levendige en kleurrijke wijken van Amsterdam zoals bijvoorbeeld de Jordaan, Oud Amsterdam (Zeedijk, Rosse Buurt, ofwel de Wallen, Chinatown), Grachtengordel en de multi-culturele Pijp. Ook kunt u met ons wandelen door Joods historisch Amsterdam, en zijn er rondleidingen over moderne hedendaagse architectuur of kris kras door Amsterdam.
    http://www.stadswandelingenamsterdam.nl/

    Linken over tentoonstellingen in Amsterdam

    Stichting Hermitage aan de Amstel
    In opdracht van de Stichting Hermitage aan de Amstel organiseert de Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam de tentoonstellingen in de Hermitage Amsterdam.
    http://www.hermitage.nl
    Informatie over de initiatiefnemende instellingen:
    www.jhm.nl
    www.muziektheater.nl
    www.dehortus.nl
    www.gassandiamonds.nl
    www.rembrandthuis.nl

    Linken over Amsterdamse Monumenten

    Vereniging Hendrick de Keyser
    Na Stadsherstel de grootste restaurerende instelling van Nederland. Deze vereniging is wel een stuk ouder - uit 1918 - en opereert landelijk. Werkt volgens vergelijkbare strategie dat bezit niet wordt verkocht om het zo in goede staat van onderhoud te kunnen houden.
    http://www.hendrickdekeyser.nl

    Stadsarchief Amsterdam
    Archiefstukken on-line bestellen en een Beeldbank met foto's van hoe Amsterdam er vroeger uit zag, waar je uren in kunt bladeren. De mooiste archiefstukken in 'Schatten van Amsterdam' en natuurlijk het laatste nieuws over aanwinsten en andere zaken het archief betreffende. Een aanader voor iedere Amsterdam-liefhebber.
    http://stadsarchief.amsterdam.nl/

    Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam
    Op deze goed uitgeruste website is alles te vinden over het gemeentelijke beleid voor het behoud van monumenten. Tevens vindt u bij deze gemeentelijke dienst, waar ook archeologie toe behoort, veel voorbeelden van bijzondere monumenten.
    http://www.bma.amsterdam.nl

    Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
    Deze dienst is onderdeel van het ministerie van OC en W. Kennis en onderzoek op het gebied van monumentenzorg wordt hier uitgevoerd. Naleving van de monumentenwet uit 1988 is tevens haar verantwoordelijkheid.
    http://www.cultureelerfgoed.nl/

    Nationaal Restauratiefonds
    Het NRF wordt wel beschouwd als de kassier van de overheid, als het gaat om monumentensubsidies. Zij beheren namelijk het 'revolving fund', waaruit tegen lage rentes restauratieprojecten gefinancierd kunnen worden.
    http://www.restauratiefonds.nl/

    Monumenten liefhebbers
    Echte monumentenliefhebbers kijken op deze monumentensite. Voor zowel de "beginner" als de doorgewinterde erfgoedvriend biedt deze site een ruim aanbod aan informatie. Stappenplannen, veelgestelde vragen, speciale dossiers en nog heel veel meer:
    http://www.monumenten.nl

    Heemkennis Ons Amsterdam
    Deze Vereniging, welke is opgericht in 1949, stelt zich ten doel de kennis van Amsterdam in de meest ruime zin te bevorderen.
    http:// www.onsamsterdam.com

    Stelling van Amsterdam (Stichting MEGA)
    Bijna wetenschappelijke, maar zeer leesbare site van de stichting Militair Erfgoed Groot Amsterdam. De site wordt goed bijgehouden. Daarom staat er altijd het laatste nieuws op over de Stelling van Amsterdam, zowel activiteiten op de forten als nieuwe historische inzichten. Voor wie in de geschiedenis van de Stelling geïnteresseerd is een must.
    http://www.stelling-amsterdam.nl

     

    Bedrijfsuitje Amsterdam Naamloos document

    AMSTERDAMSE BRUGNAMEN VERKLAARD

    Deel I: officiële brugnamen

    Amsterdamsebrug, brug 54P in de Zuiderzeeweg over het Amsterdam-Rijnkanaal.
    Deze vaste brug in stadsdeel Zeeburg is genoemd naar de stad Amsterdam.

    Armbrug, brug 208 in de O.Z. Armsteeg over de O.Z. Voorburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de O.Z. Armsteeg. Arm heeft hier de betekenis van bocht en refereert aan de nabijgelegen noordelijke bocht van de Warmoesstraat.

    B. Bijvoetbrug, brug 229 in de Staalstraat over de Zwanenburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar Bernard Bijvoet (1889-1979), een Nederlandse architect en een vertegenwoordiger van het “Nieuwe bouwen”. Hij ontwierp onder meer het Sanatorium Zonnestraal en het Hotel Gooiland in Hilversum. Hij was sterk betrokken bij de bouw van het nabijgelegen Muziektheater aan het Waterlooplein.

    Bakkersbrug, brug 375 in de Middenlaan in Zunderdorp over het Zwet.
    De naam van deze ophaalbrug is ontleend aan de bakkerij, die tot begin jaren ’60 gehuisvest was in het aangrenzende pand Middenlaan 19/21.

    Bantammerbrug, brug 298 in de Binnen Bantammerstraat over de Geldersekade.
    De naam van deze vaste brug roept herinneringen op aan de zestiende eeuw, toen Hollanders vanuit Bantam (Nederlands Oost-Indië) de producten naar Amsterdam brachten.

    Beltbrug, brug 324 in de Tweede Hugo de Grootstraat over de Kostverlorenvaart.
    In de naam van deze basculebrug in stadsdeel Westerpark leeft de herinnering voort aan de gemeentelijke vuilnisbelt, die daar tot 1888 heeft dienstgedaan.

    Ben Polakbrug, brug 258 in de Roeterstraat over de Nieuwe Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Benjamin Polak (1913-1993). Hij was actief in het verzet tijdens de Duitse bezetting, onder meer door het geven van medische hulp aan verzetsmensen en onderduikers. Na de Bevrijding was hij tot 1948 wethouder voor de CPN en van 1965 tot 1970 lid van de Eerste Kamer. Daarnaast was hij huisarts en hoogleraar in de huisartsen-geneeskunde.

    Berensluis, brug 65 in de Berenstraat over de Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Berenstraat, waarin zij ligt. In het aangrenzende deel van de huidige Jordaan waren in de zeventiende eeuw de leerlooierijen en de huidenhandel gevestigd. Daartoe behoorden ook berenhuiden.

    Berlagebrug, 423 in de Vrijheidslaan over de Amstel.
    Deze basculebrug in stadsdeel Zuider Amstel is genoemd naar Hendrik Petrus Berlage (1856- 1934). Hij was architect van onder meer de Koopmansbeurs op het Damrak en ontwerper van het uitbreidingsplan Zuid en het Mercatorplein en Omgeving. Zijn laatste schepping was de Berlagebrug, die door hemzelf op 28 mei 1932 geopend werd.

    Beulingsluis, brug 27 in de Herengracht over de Beulingsloot.
    Deze vaste brug is genoemd naar Gerrit Jansz. Beulinck, die hier omstreeks 1660 heeft gewoond en bij wie de beuling (worst) uithing.

    Blauwbrug, brug 236 in de Amstelstraat over de Binnen-Amstel.
    De naam van deze vaste brug herinnert aan een eerdere versie ervan, die na de alteratie van Amsterdam in 1578 in de kleur Nassau’s blauw geverfd werd. De huidige brug dateert uit 1884. De architecten B. de Greef en W. Springer lieten zich hierbij inspireren door een Seinebrug. Ondanks alle veranderingen bleef de naam Blauwbrug gehandhaafd.

    Borneosteiger, brug 1981 in de Borneosteiger over de Entrepothaven.
    Deze uitneembare brug voor voetverkeer in stadsdeel Zeeburg is genoemd naar het eiland Borneo, dat voor het grootste gedeelte tot Indonesië behoort.

    Brantas, brug 1983 in de Sumatrakade over de Brantasgracht.
    Deze vaste brug op het Java-eiland, ontworpen door Architectenbureau Wintermans, is genoemd naar de Brantasgracht, die zij overspant. De Brantas is een 257 km lange rivier op Oost-Java in Indonesië.

    Bullebak, brug 149 in de Marnixstraat over de Brouwersgracht is een dubbele basculebrug en de
    Bullebakssluis, brug 160 is een vaste brug in de Marnixstraat over de Bloemgracht.
    De bullebak was een mythologisch waterspook, dat niet alleen in de buurt van het oude sluisje bij het Haarlemmerplein rondwaarde, maar ook onder het stenen gewelf dat de Bloemgracht met de Buitensingel verbond. Volgens de overlevering lag daar het monster op de loer om voorbijgangers, die zich te dicht aan de waterkant waagden, in het water te trekken.

    Bushuissluis, brug 224 in de Nieuwe Hoogstraat over de Kloveniersburgwal.
    De naam van deze vaste brug is ontleend aan het voormalige Bushuis, dat vlakbij het huidige Oost-Indische Huis lag. Dit Bushuis werd tussen 1551 en 1556 aan de Oude Hoogstraat gebouwd als stedelijk wapenmagazijn. In 1605 werd het verhuurd aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie, die er eerst haar specerijen opsloeg en er in 1659 het Oost-Indisch Huis naast bouwde. Na de opheffing van de V.O.C. in 1800 werd het gebruikt als theepakhuis. In 1890 werd het bushuis afgebroken.

    Conscience, brug 1984 in de Kratontuin over de Seranggracht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer is één van de negen bruggen op het Java-eiland, die ontworpen zijn door de Belgische kunstenaars Guy Rombouts en Monica Droste. Elk van deze negen bruggen is samengesteld uit letters die samen een woord vormen. Deze brug beeldt het woord Conscience uit. Dit woord is echter niet makkelijk te lezen omdat dit geschreven staat in het zogenoemde Azart alfabet, dat speciaal door dit duo ontworpen is. Dit alfabet staat o.a. beschreven in P. Huisman en M. Hulsegge, Wonen aan grachten op het Java-eiland, Publikaties Dienst Ruimtelijke Ordening, 1994, nr. 8. Zie ook Enseignement, Idee, Image, Kunst, Light, Society, Word en Wetenschap.

    Dageraadsbrug, brug 353 in de Sarphatistraat over de Nieuwe Vaart.
    Deze vaste brug is genoemd naar de voormalige, nabijgelegen werf ‘De Dageraad’. Deze brug heette vroeger Oetewalerbrug, omdat hier het dorp Oetewaal gelegen was.

    Dirk van Nimwegenbrug, brug 241 in de Amstel over de Nieuwe Keizersgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Dirk van Nimwegen (1904-1969), die een van de leiders was van de Februaristaking in 1941 tijdens de Duitse bezetting. In stadsdeel Oud West is ook een buurthuis naar hem vernoemd.

    Doelensluis, brug 220 in de Nieuwe Doelenstraat over het Rokin.
    Deze vaste brug ontleent haar naam aan de Kloveniersdoelen. De doelen waren plaatsen waar de schuttersgilden bijeenkwamen en waar zij oefenden in het schieten op een doel. Deze doelen hadden hun zetel bij de toren Svych Utrecht (op de plaats van het huidige Doelenhotel) en oefenden op het terrein van het Oude Nonnenklooster (terrein Binnengasthuis). Omdat de Doelenbrug geheel van steen was vervaardigd, werd zij volgens goed Amsterdams gebruik Doelensluis genoemd.

    Dr. Dünnerbrug, brug 251 in de Weesperstraat over de Nieuwe Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Joseph Hirsch Dünner (1833-1911). Hij was opperrabbijnen rector van het Nederlandsch Israëlitisch Seminarium te Amsterdam.

    Dr. Meijer de Hondbrug, brug 257 in de Weesperstraat over de Nieuwe Achtergracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Meijer de Hond (1882-1943). Hij was mede oprichter van het nabijgelegen ziekenhuis de Joodse Invalide, dat in 1938 gebouwd werd. Hij schreef onder meer ‘Ghettokiekjes’, schetsen uit het Joodse leven. Hij stierf in het concentratiekamp Sobibor.

    Drieharingenbrug, brug 320 in de Vierwindenstraat over de Realengracht.
    Deze ophaalbrug ontleent haar naam aan de drie haringen boven de deur van het huis
    ‘De Drie Gekroonde Haringen’ in de Vierwindenstraat no.1

    Duivendrechtsebrug, brug 1267 in de Rozenburglaan over de Weespertrekvaart.
    Deze hefbrug in stadsdeel Oost/Watergraafsmeer is genoemd naar de aangrenzende plaats Duivendrecht.

    Eduard Roosnekbrug in de Trijn Hullemanlaan over een afwateringstocht.
    Eduard Roosnek (1913-1997) was actief in het Nederlands verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Eenhoornsluis, brug 313 in de Haarlemmerdijk over de Korte Prinsengracht.
    De naam van deze vaste brug verwijst naar de brouwerij ‘De Eenhoorn’, die aan de Korte Prinsengracht 21 heeft gestaan en waaraan nog het Eenhoornbeeldje herinnert in de top van de voormalige St. Antoniamulo aan de Korte Prinsengracht 17-21.

    Enneüs Heermabrug, brug 2001 in de Stadstraat, Steigereiland over het IJmeer.
    Deze vaste brug in stadsdeel Zeeburg, ontworpen door Sir Nicholas Grimshaw, is genoemd naar Enneüs Heerma (1944-1999). Hij was voor het CDA wethouder te Amsterdam van 1978 tot 1986. Daarna werd hij staatssecretaris eerst voor Buitenlandse Handel en later voor Volkshuisvesting. Van 1994 tot 1997 was hij fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer.

    Enseignement, brug 1994 in de Tosarituin over de Brantasgracht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Enseignement uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    Ezelsbrug, brug 1904 in de Oostenburgerdwarsstraat over de Wittenburgervaart.
    Deze dubbele ophaalbrug voor fiets- en voetverkeer is onderdeel van een fietsroute met vijf bruggen, die alle naar een diersoort vernoemd zijn. De naam van deze brug herinnert aan de moeizame strijd, die de bewoners hebben moeten voeren tegen de auto-lobby, die hier liever bruggen voor normaal verkeer gerealiseerd zagen. Zij voelden zich vaak als ezels die zich steeds weer aan dezelfde steen moesten stoten. Ook is de naam een verwijzing naar het hulpmiddel, dat ezelsbruggetje genoemd wordt. De brug is op 14 maart 1987 officieel geopend door er een ezel over te laten lopen met Christie, de toenmalige vrouw van kunstenaar Aatje Veldhoen, op zijn rug (zie ook Nijlpaardenbrug).

    Frans Hendriksz Oetgensbrug, brug 76 in de Amstel over de Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Frans Hendriksz Oetgens (1559-1625). Hij was de stadsfabriekmeester, die samen met Lucas Sinck, Hendrik Staets en Henrick de Keijser de “Uitleg van 1612” voorbereidde en gedeeltelijk uitvoerde en hiermee het fundament legde van de Amsterdamse grachtengordel. Hij was tevens enkele malen burgemeester van Amsterdam.

    Galgenbrug, brug 315 in de Galgenstraat over de Bickersgracht.
    De naam van deze vaste brug vindt zijn oorsprong in het uitzicht van deze brug op de galgen van de Volewijk, die hier tot 1795 gestaan hebben.

    Gerben Wagenaarbrug, brug 357 voor het Kraaienplein over het Noordhollandsch Kanaal.
    Deze basculebrug in stadsdeel Noord is genoemd naar Gerben Wagenaar (1912-1993). Hij was actief in het gewapende verzet tijdens de Duitse bezetting. Hij was een van de leiders van de Februaristaking in 1941. Van 1946 tot 1959 was hij lid van de Tweede Kamer voor de CPN. Ook was hij jarenlang voorzitter van de voetbalvereniging de Volewijkers.

    Grimnessesluis, brug 202 in het Rokin over de Grimburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar het water de Grim, dat van 1342 tot omstreeks 1400 de zuidelijke begrenzing van de stad vormde.

    Haarlemmersluis, brug 14 in de Haarlemmerstraat over het Singel.
    Deze vaste brug is genoemd naar de stad Haarlem.

    Halvemaansbrug, brug 221 in de Halvemaanssteeg over de Binnen Amstel.
    Deze vaste brug ontleent haar naam aan de Halvemaansteeg. De herkomst van deze naam is misschien te zoeken bij de gevel van Halvemaanssteeg nr. 18, waarop de aanduiding ‘Van Ouds de Halve Maan’ te vinden is.

    Halverstadbrug, brug 260 in de Roeterstraat over de Nieuwe Achtergracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Raphaël (Felix) Halverstad (1904-1978). Hij redde tijdens de Duitse bezetting samen met onder meer Lau Mazirel en Walter Süskind veel volwassenen en kinderen uit de Hollandse Schouwburg en de daar tegenover gelegen crèche. Ook was hij een van de oprichters van de nabijgelegen bioscoop Kriterion, die door studenten van de Universiteit van Amsterdam geëxploiteerd wordt.

    Han van Zomerenbrug, brug 402 in de Pieter Lodewijk Takstraat over het Amstelkanaal.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in Oud-Zuid is genoemd naar Han van Zomeren (1920-1941). Hij was graficus van beroep. Tijdens de Duitse bezetting was hij actief in het verzet. Hij drukte pamfletten die opriepen tot verzet. In 1941 werd hij gefusilleerd op de Larense Heide en in 1952 herbegraven op de Erebegraafplaats in Overveen.

    Haringpakkersbrug, brug 58 in de Prins Hendrikkade over het Open Havenfront.
    Deze vaste brug ontleent haar naam aan de vroegere Haringpakkerstoren en de huidige Haringpakkerssteeg. In de zestiende en zeventiende eeuw woonden in deze buurt veel haringpakkers.

    Heibrug, brug 4 in de Heisteeg over het Singel.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Heisteeg, waaraan zij ligt. De Heisteeg ontleent haar naam aan een hoekhuis dat ’t Hayblok heette. Dit huis wordt reeds in het begin van de zestiende eeuw vermeld.

    Heiligewegsluis, brug 2 in de Heiligeweg over het Singel.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Heiligeweg, waaraan zij ligt. Na het Mirakel van Amsterdam in 1345 werd tussen Rokin en Kalverstraat de kapel ‘Ter Heilige Stede’ gesticht en werd Amsterdam een populair bedevaartsoord. Ten behoeve van de bedevaartgangers werd de Heiligeweg aangelegd, die liep van Sloten naar de Kalverstraat. De huidige Heiligeweg is het laatste restant van deze lange bedevaartsroute (zie ook Mirakelbrug).

    Hein Donnerbrug, brug 1922 voor het Vondelpark over de Singelgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Jan Hein Donner (1927-1988), een schaakgrootmeester, die een aantal malen kampioen van Nederland werd. Hij was ook polemist en columnist bij het NRC-Handelsblad.

    Hendrick Jacobsz Staetsbrug, brug 35 in Amstel over de Herengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Hendrick Jacobsz Staets (1558-1631). Hij was de stadstimmerman, die samen met Lucas Sinck, Henrick de Keijser en Frans Oetgens de Uitleg van 1612 voorbereidde en gedeeltelijk uitvoerde en hiermee het fundament legde van de Amsterdamse grachtengordel. Ook voltooide hij na de dood van Henrick de Keijser de Noorderkerk.

    Hennetjesbrug, brug 179 in de Nicolaas Beetsstraat over de Jacob van Lennepkade.
    Waarschijnlijk was deze vaste brug vroeger een smal houten kippenbruggetje.

    Henrick de Keijserbrug, brug 77 in de Amstel over de Achtergracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Henrick de Keijser (1565-1621), de stadsbouwmeester, die samen met Hendrick Staets, Lucas Sinck en Frans Oetgens de Uitleg van 1612 voorbereidde en gedeeltelijk uitvoerde en die hiermee het fundament legde van de Amsterdamse grachtengordel. Tevens is hij de architect van onder meer de Munttoren, de Montelbaans-toren, en de Wester-, de Noorder- en de Zuiderkerk.

    Hilletjesbrug, brug 125 in de Eerste Leliedwarsstraat over de Egelantiersgracht.
    Deze vaste brug dankt haar naam waarschijnlijk aan een juffrouw Hilletje uit de Egelantiersbuurt.

    Hoge Brug, brug 1998 in de Pompmanstraat over het Spoorwegbassin.
    Deze vaste brug voor voetverkeer tussen het Borneo-eiland en Sporenburg is genoemd naar haar grote hoogte in vergelijking met de Lage Brug. Zie ook Lage Brug en Korte Brug.

    Hogesluis, brug 246 in de Sarphatistraat over de Binnen Amstel.
    De eerste versie van deze dubbele basculebrug dateerde uit 1662 en was ontworpen door stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Zij werd toen Amstelbrug genoemd. De naam Hogesluis ontstond pas tegen het einde van de achttiende eeuw, vooral omdat toen haar hoogte verkeersproblemen veroorzaakte. In verband met de aanleg van de tramlijn Dam – Linnaeusstraat werd deze hoge brug in 1883 gedeeltelijk afgebroken en herbouwd met een verlaging van 1.74 meter. In 1884 was een aanzienlijk lagere brug gereed, die niettemin Hoge Sluis genoemd bleef worden.

    Hoofdbrug, brug 299 in de Prins Hendrikkade over de Geldersekade.
    Deze vaste brug is genoemd naar het Kamperhoofd, een zestiende-eeuws bolwerk bij de Schreierstoren (zie ook Kamperbrug).

    Hortusbrug, brug 239 in de Muiderstraat over de Nieuwe Herengracht.
    Deze basculebrug is genoemd naar de nabijgelegen Hortus Botanicus, die sinds 1682 op de huidige plek gevestigd is.

    Idee, brug 1985 in de Javakade over de Seranggracht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Idee uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

     Image, brug 1989 in de Javakade over de Majanggracht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Image uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    Jacob Heinenbrug, brug 503 in de Van Nijenrodeweg over de Hoornsloot.
    Deze duiker bewaart waarschijnlijk de namen van twee bekende inwoners van de Buitendijksche Buitenveldersche Polder, namelijk Jacob en Hein de Rooy.

    Jan Koninghbrug, P(articuliere) brug in de Troelstralaan over een afwateringstocht.
    Dit voetbruggetje in stadsdeel Osdorp is aangelegd op initiatief van Jan Koningh (1918-1990), lid van verdienste van sportclub Neerlandia/SLTO, om dit sportterrein wat beter bereikbaar te maken. Jan Koningh was lid van de Tweede Kamer voor DS 70 van 1971-1973 en van 1975-1977.

    Jan Schaeferbrug, brug 2000 in de Tosaristraat over de IJhaven.
    Deze vaste brug op het Java-eiland, ontworpen door Ton Verhoeven, is genoemd naar Jan Schaefer (1940-1994), die begon als warme bakker in de Pijp. Later werd hij staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de PvdA in het kabinet Den Uyl (1973-1977). Van 1978 tot 1986 was hij wethouder te Amsterdam. Onder het motto ’In geouwehoer kun je niet wonen’ zette hij zich bijzonder in voor het renoveren van oude en het realiseren van nieuwe woningen. Later werd hij voorzitter van de Interdepartementale Projectgroep Sociale Vernieuwing.

    Jan Vinckbrug, brug 250 in de Amstel over de Nieuwe Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Jan Vinck (1929-1997). Hij was voorzitter van de Stichting ’Tussen Amstel en Weesper’ en bevorderde in deze hoedanigheid de belangen van de bewoners van de Plantage/Weesperbuurt. Verder zette hij zich als vrijwilliger met name in voor allochtone jongeren en voor ouderen.

    Kamperbrug, brug 285 bij de Schreierstoren over het Openhavenfront.
    Evenals de Hoofdbrug ontleent deze vaste brug haar naam aan het voormalige bolwerk Kamperhoofd.

    Kanaalpost, brug 71P in de Bloemendalergouw langs het Goudriaankanaal.
    Deze vaste brug tussen Ransdorp en Holysloot is genoemd naar de Kanaaldijk, een onofficiële benaming voor de Bloemendalergouw vanaf deze brug tot aan Holysloot. De Kanaaldijk ontleent haar naam aan het Goudriaankanaal, dat ook wel Napoleonkanaal genoemd wordt. Goudriaan was een ingenieur die in de tijd van Napoleon dit kanaal heeft aangelegd als voorloper van het Noordhollandsch Kanaal. Nadat het Noordhollandsch Kanaal in 1824 voltooid was, verloor dit kanaal aan betekenis.
    Een post is een naam voor een niet-vaste, kleine brug, zoals die onder meer in Waterland te vinden zijn. Hoewel deze brug in haar huidige vorm geen post meer is, bleef de in de volksmond gangbare naam gehandhaafd en heeft zij in 1957 officiële erkenning gekregen, samen met de Wipbrug, de Gore Post en de Kattenbrug. Overigens wordt deze brug ook wel Rareperpost genoemd (zie aldaar).

    Kattenburgerbrug, brug 274 in het Kattenburgerplein over de Nieuwe Vaart.
    Deze basculebrug is genoemd naar de meest westelijke van de drie Oostelijke Eilanden. Dit eiland werd al met de naam Kattenburg aangeduid voor de bedijking en bebouwing in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Een verklaring voor deze naam is tot op heden niet gevonden.

    Katterug, brug 1935 in de Van Reigersbergenstraat over de Hugo de Grootgracht.
    Deze uitneembare brug ontleent haar naam aan haar hoge welving.

    Kees de jongenbrug, brug 123 in de Prinsengracht over de Bloemgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Kees de jongen, de titel en de hoofdpersoon van een semi-autobiografische roman van Theo Thijssen (1879-1943). Het geboortehuis van deze auteur staat aan de nabijgelegen Eerste Leliedwarsstraat 16 en is nu een museum (zie ook Rosa Overbeekbrug).

    Keizersbrug, brug 286 in de Korte Koningsstraat over de Oudeschans.
    Hoewel deze vaste brug voor de Korte Koningsstraat ligt, ontleent zij haar naam aan de nabijgelegen Keizersstraat.

    Kikkerbilsluis, brug 279 in de Prins Hendrikkade over de Oudeschans.
    Deze hefbrug ontleent haar naam aan ‘De Kikkerbil’, de naam van een naburige houtkoperij uit de zeventiende eeuw. Een kikkerbil is ook een stuk hout, dat bij de scheepsbouw gebruikt wordt.

    Kinkerbrug, brug 266 in de Kinkerstraat over de Kostverlorenvaart.
    Deze basculebrug is genoemd naar Johannes Kinker (1765-1845), dichter en advocaat in Amsterdam en Den Haag. Later werd hij hoogleraar te Luik. Hij vertaalde werk van Shakespeare en Schiller.

    Kippebrug, brug 270 in de Wittenburgerkade over de Kattenburgervaart.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer en gebouwd in 1923, werd niettemin in 1987 plechtig geopend als onderdeel van een fietsroute met vijf bruggen. Omdat deze brug al tientallen jaren in de volksmond Kippebrug genoemd werd en ook de Nijlpaardenbrug naar een diersoort genoemd was, lag hiermee de categorie voor de overige drie bruggen vast. Zie ook Nijlpaardenbrug.

    Koekjesbrug, brug 170 in de Bosboom Toussaintstraat over de Singelgracht.
    Er zijn vier mogelijke verklaringen voor de naam van deze vaste brug. Zij kan genoemd zijn naar een populaire koekjesverkoper, die hier door opdringerige jongelui in de modder viel. Ook stond hier vroeger een cacaomolentje, waar koekjes van cacao werden verkocht. Mogelijk is ook dat de naam teruggaat op tuinder Pannekoek, die vroeger naast deze brug grond in eigendom had. Een vierde mogelijkheid is dat zij vernoemd is naar agent Koek, die vlak voor de opening van deze brug na een ruzie met de pontbaas demonstratief over deze brug liep. Hierna zou de pontbaas op de brugschutting geschreven hebben: ‘Deze brug is gedoopt Koekjesbrug’.

    Kolksluis, brug 302 in de Zeedijk over de Oudezijdskolk, vaste brug en de
    Kolkswaterkering, brug 301 in de Prins Hendrikkade over de O.Z. Kolk, vaste brug.
    Dit was de uitwatering van de Oudezijds Voor- en Achterburgwal in het IJ. De sluis dateert uit het begin van de vijftiende eeuw. Een kolk van een schutsluis is de ruimte tussen beide paren sluisdeuren.

    Koningssluis, brug 29 in het Koningsplein over de Herengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar het Koningsplein. In de eerste jaren van de zeventiende eeuw werd een deel van het Singel Koningsgracht genoemd, als hulde aan bondgenoot Koning Hendrik IV van Frankrijk. Het plein aan deze Koningsgracht kreeg daardoor de naam Koningsplein. De naam Koningsgracht heeft geen stand gehouden in tegenstelling tot de naam van het plein en de brug.

    Korrelbrug, brug 143 in de Eerste Jan Steenstraat over de Boerenwetering.
    Deze vaste brug is genoemd naar de familie Korrel, die van 1947 tot 1985 een melkzaak had in de Eerste Jan Steenstraat 4. Deze brug is tevens bedoeld als een eerbetoon aan de vele verdwenen kleine middenstanders uit de jaren vijftig, zestig en zeventig; een tijd waarin nog gepoft kon worden.

    Korte Brug, brug 1999 in de Bootsmanstraat over de Binnenhaven van het Borneo-eiland.
    Deze vaste brug voor voetverkeer op het Borneo-eiland ontleent haar naam aan haar geringe lengte. Zie ook Hoge Brug en Lage Brug.

    Kortjewantsbrug, brug 487 in de Prins Hendrikkade over de Schippersgracht.
    De naam van deze basculebrug is ontleend aan het feit dat bij het doorvaren de schepen met hun want vastraakten, waardoor schade en vertraging ontstond. De brugwachter riep de schippers toe: ‘Kort je want’ en deze kreet werd vereeuwigd in deze brugnaam. Zij wordt ook wel abusievelijk aangeduid als Korte Wandbrug.

    Kraansluis, brug 300 in de Prins Hendrikkade over de Waalseilandgracht.
    De naam van deze vaste brug herinnert aan de Grote Kraan, die van 1643 tot 1841 aan het IJ stond en diende om masten in schepen te zetten en om steenblokken en geschut te lossen.

    Kunst, brug 1987 in de Taman Sapi over de Majanggracht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Kunst uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    L.H. Sarlouisbrug, brug 240 in de Weesperstraat over de Nieuwe Keizersgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Louis Hartog Sarlouis (1884-1942). Hij was oprichter van de Joodse H.B.S. en opperrabbijn te Amsterdam van 1936 tot 1942. In 1942 werd hij afgevoerd naar Auschwitz, waar hij overleed.

    Lage Brug, brug 1997 in de Kwartiermeesterstraat over het Spoorwegbassin.
    Deze vaste brug voor voetverkeer tussen het Borneo-eiland en Sporenburg ontleent haar naam aan haar geringe hoogte in vergelijking met de Hoge Brug (zie ook Korte Brug en Hoge Brug).

    Lamong, brug 1990 in de Sumatrakade over de Lamonggracht.
    Deze vaste brug op het Java-eiland, ontworpen door Architectenbureau Wintermans, is genoemd naar de Lamonggracht, die zij overspant. De Lamong is een rivier op het eiland Java in Indonesië.

    Latjesbrug, brug 50 in de Anne Frankstraat over de Nieuwe Herengracht.
    Oorspronkelijk bestond het dek van de voorganger van deze basculebrug uit dicht bij elkaar liggende latten en daarom werd zij Latjesbrug genoemd.

    Lau Mazirelbrug, brug 259 in de Nieuwe Kerkstraat over de Plantage Muidergracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Mr. Laura Carola Mazirel (1907-1974). Zij was actief in het verzet tijdens de Duitse bezetting en op 27 maart 1943 betrokken bij de aanslag op het Bevolkingsregister aan de nabijgelegen Plantage Kerklaan. Ook redde zij, samen met Felix Halverstad en Walter Süskind veel mensen uit de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan. Na de oorlog zette zij zich in voor zigeuners en homoseksuelen. In Osdorp is ook een straat naar haar vernoemd.

    Leidsebrug, brug 174 in het Leideseplein over de Singelgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de stad Leiden.

    Lekkeresluis, brug 59 in de Brouwersgracht over de Prinsengracht.
    Vroeger stonden er bij deze vaste brug kraampjes, waar onder andere een ‘pannenkoek van de Lekkeresluis’ gebakken werd.

    Leliesluis, brug 61 in de Leliegracht over de Prinsengracht.
    De naam van deze vaste brug is ontleend aan de gracht waaraan zij ligt. Deze gracht is op haar beurt weer genoemd naar de Oude Leliestraat. De Oude Leliestraat werd reeds in 1560 vermeld en ontleende haar naam aan het huis ‘In de Witte Lelye’ aan het Singel bij de Torensluis.

    Liesdelsluis, brug 207 in de Lange Niezel over de O.Z. Voorburgwal.
    De Liesdel in de naam van deze vaste brug betekent ‘een laag land met lis begroeid’. Later werd Liesdel verbasterd tot Niezel (dit bestaat nog in Lange Niezel).

    Light, brug 1988 in de Taman Sapi over de Majanggracht.
    Deze vaste (kippen)brug voor voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Light uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    Lijnbaansbrug, brug 10 in de Lijnbaanssteeg over het Singel.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Lijnbaanssteeg waarin zij ligt. Deze steeg dateert reeds uit de vijftiende eeuw, toen het Singel de buitenste gracht was en hier de lijnbanen van de touwslagerijen gevestigd waren op een soort industrieterrein.

    Lommertbrug, brug 203 in de Enge Lombardsteeg over de O.Z. Voorburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de nabijgelegen Lommerd of Bank van Lening, gesticht in het jaar 1614.

    Looierssluis, brug 103 in de Prinsengracht over de Looiersgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de gracht waaraan zij ligt. Deze naam herinnert aan de leerlooierijen en de huidenhandel, die hier in de zestiende eeuw gevestigd waren.

    Louis J. Welterbrug, brug 794 in de Jacob Paffstraat over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug in stadsdeel Osdorp is genoemd naar mr. Louis J. Welter (1910-1943). Hij was onder de schuilnaam ‘Kriek’ actief in het Javaanse verzet tijdens de Japanse bezetting van Nederlands Indië (1942-1945). Hij stelde een rapport samen met veel militaire en politieke informatie, die een geallieerde invasie zou kunnen bespoedigen. Ook hielp hij bij het bouwen van een illegale zender in de buurt van Bandoeng. De brug was bijna operationeel, toen L.J. Welter in september 1942 werd gearresteerd. In mei 1943 werd hij ter dood veroordeeld en onthoofd.

    Lucas Jansz Sinckbrug, brug 36 in de Amstel over de Keizersgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Lucas Jansz Sinck. Hij was de stadslandmeter, die samen met Hendrik Staets, Frans Oetgens en Henrick de Keijser de Uitleg van 1612 voorbereidde en gedeeltelijk uitvoerde en hij legde hiermee het fundament van de Amsterdamse grachtengordel.

    M.S. Vaz Diasbrug, brug 238 in de Weesperstraat over de Nieuwe Herengracht.
    Deze basculebrug is genoemd naar Mozes Salomon Vaz Diaz (1882-1963), oprichter van het Persbureau M.S. Vaz Dias, dat in 1934 opging in het mede door hem opgerichte Algemeen Nederlands Persbureau (A.N.P.).

    Machineslootbrug, brug 358 in de Postjesweg over de Admiralengracht.
    Deze vaste brug in stadsdeel De Baarsjes houdt de herinnering levend aan een van de vroegere namen van de huidige Admiralengracht (zie ook Molenslootbrug).

    Magere Brug, brug 242 in de Kerkstraat over de Binnen Amstel.
    Omstreeks 1670 werd er een ophaalbrug over de Amstel gelegd, die zo smal was, dat ze alleen geschikt was voor voetgangers. Hoewel deze brug officieel Kerkstraatbrug heette (naar de Lange Kerkstraat), werd zij in de volksmond hardnekkig ‘Magere brug’ genoemd. Vervolgens werd deze naam door het stadsbestuur overgenomen.

    Majang, brug 1986 in de Sumatrakade over de Majanggracht.
    Deze vaste brug op het Java-eiland, ontworpen door Architectenbureau Wintermans, ontleent haar naam aan de Majanggracht, die zij overspant. De Majang is een rivier op het eiland Java in Indonesië.

    Makelaarsbruggetje, brug 105 in de Sint Barberenstraat over de O.Z. Voorburgwal.
    Deze vaste brug voor voetverkeer werd in 1893 op initiatief en voor rekening van F. Olie gebouwd en in 1907 aan de Gemeente overgedragen. Zij wordt ook wel Tabaksbruggetje genoemd.

    Mariniersbrug, brug 272 in de Katteburgerstraat over de Dijksgracht.
    Deze basculebrug is genoemd naar de nabijgelegen Marinekazerne.

    Meerbrug, brug 308 in de Kadoelenweg over de Stoombootweg.
    De naam van deze vaste brug in Kadoelen is ontleend aan de omliggende buurtschap, dat ’t Meertje heet en dat voor de annexatie van 1921 bij Landsmeer hoorde.

    Melkmeisjesbrug, brug 16 in de Herengracht over de Brouwersgracht.
    Omdat er vroeger op de Brouwersgracht bij de Herenmarkt een melkmarkt gehouden werd, werd dit vaste voetgangersbruggetje toentertijd Melkmarktsbrug genoemd. Nadat er vlak bij deze brug een uitspanning kwam, waar een melkmeisje op het uithangbord stond, werd deze brug naar haar genoemd.

    Mirakelbrug, brug 152 voor het Westerpark over de Haarlemmervaart.
    Over de oorsprong van de naam van deze vaste brug in stadsdeel Westerpark wordt in het duister getast. Wellicht bevat deze naam een verwijzing naar het Mirakel van Amsterdam, dat plaatsvond in de Kalverstraat op 15 maart 1345. Een doodzieke man ontving toen een hostie, die hij kort daarop uitbraakte. Een vrouw ving het braaksel op en wierp dit in het vuur. De volgende dag vond zij de hostie ongedeerd in het vuur terug en ook kon de vrouw de hostie uit het vuur halen zonder zich te branden. Het Mirakel van Amsterdam was hiermee geboren en Amsterdam werd een bedevaartplaats met een Heilige Stede en een Heiligeweg. De jaarlijkse Stille Omgang herinnert nog aan dit Mirakel. Waarschijnlijk verzamelde de processiegangers uit Haarlem, Beverwijk en omstreken zich bij deze brug om daarna aan de Omgang deel te nemen.

    Moeder Alacoquebrug, brug 789 in de M. Gandhilaan over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug in stadsdeel Osdorp is genoemd naar Moeder Alacoque (1892-1956), een Nederlandse non, die tijdens de Japanse bezetting van Nederlands Indië (1942-1945) veel gevangenen geholpen heeft. Zij was moeder-overste van het Charitas Ziekenhuis te Palembang op Sumatra. Hierin waren een aantal personen als patiënt opgenomen, die betrokken waren bij de verspreiding van oorlogsnieuws en de smokkel van geld en medicamenten naar gevangenenkampen in Palembang.

    Molenslootbrug, brug 359 in de Jan Evertsenstraat over de Admiralengracht.
    Deze vaste brug in stadsdeel De Baarsjes houdt de herinnering levend aan een van de vroegere namen van de huidige Admiralengracht (zie ook Machineslootbrug).

    Mr. J.J. van der Veldebrug, brug 1939 in de IJtunnelpier over het Oosterdok.
    Deze basculebrug voor fiets- en voetverkeer ontleent haar naam aan mr. Jonas Jacob van der Velde (1887-1980), die van 1948 tot 1953 wethouder van Amsterdam was voor zowel Publieke Werken als voor Volkshuisvesting. Hij stimuleerde de versnelde uitvoering van het Algemeen Uitbreidingsplan en onder zijn leiding werd het 50.000 woningenplan vastgesteld, evenals het tracé van de nabijgelegen IJtunnel.

    Muntsluis, brug 1 in het Muntplein over het Singel.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Munttoren, die een restant is van de oude Regulierspoort. In het gebouw naast de Munttoren werd in de zeventiende eeuw enige tijd munt geslagen. Sindsdien is de naam Munt hieraan verbonden gebleven.

    Museumbrug, brug 82 voor het Rijksmuseum over de Singelgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar het nabijgelegen Rijksmuseum, dat in 1883 gebouwd is door Pierre Cuypers.

    Niek Engelschmanbrug, brug 106 in de Westermarkt over de Keizersgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Niek Engelschman (1914-1988), die zich ook wel Bob Angelo noemde. Hij was zeer actief in de strijd voor emancipatie van homoseksuelen en was oprichter van het C.O.C. Deze brug biedt een goed uitzicht op het Homomonument aan de Westermarkt.

    Nieuwe Amstelbrug, brug 101 in de Ceintuurbaan over de Amstel.
    Bij de oplevering in 1903 van deze, mede door Berlage ontworpen, dubbele basculebrug in stadsdeel Oud-Zuid was dit de nieuwste brug over de Amstel. De Hoge Sluis werd ook wel Amstelbrug genoemd maar deze brug was nieuwer, vandaar de Nieuwe Amstelbrug.

    Nieuwe Brug, brug 303 in de Prins Hendrikkade over het Damrak.
    De eerste houten brug over het noordelijk gedeelte van het Damrak werd gebouwd tussen 1402 en 1421. Toen deze later vervangen werd door een stenen vaste brug, kreeg deze de naam Nieuwebrug. In oude stukken wordt deze brug ook wel Uiterstebrug genoemd.

    Nijlpaardenbrug, brug 1907 in de Plantage Kerklaan over het Entrepotdok.
    Het idee voor de naam van deze ophaalbrug voor fiets- en voetverkeer is afkomstig van Alexander van den Boogert, die gelezen had, dat er vele duizenden jaren geleden nijlpaarden in de buurt van Artis rondgelopen hebben. Hij wilde de nijlpaarden terug naar Artis halen door aan de voet van de nieuw te bouwen brug als kunstwerk een beeldengroep van een aantal nijlpaarden half in en half uit het water te laten plaatsen. Hoewel dit plan door de Kunstraad werd afgewezen, is dit idee toch aan de brug verbonden gebleven. De brug werd officieel Nijlpaardenbrug genoemd en de naambordjes kregen de vorm van een nijlpaard.
    Vervolgens werd de Nijlpaardenbrug opgenomen in een fietsroute, die de Oostelijke Eilanden onderling moest verbinden en die deze Eilanden ook moest laten aansluiten op de Kadijken en de Plantagebuurt. In deze route waren vijf bruggen opgenomen, waarvan er twee al een naam hadden, namelijk de Nijlpaardenbrug en de Kippebrug, die al jaren in de volksmond zo heette. Omdat deze bruggen beide een diersoort in de naam hadden, stelden Van den Boogert en Sonja van Meir met succes voor de overige drie bruggen ook naar een diersoort te vernoemen, mede gezien de aanwezigheid van Artis. Alle vijf bruggen werden op 14 maart 1987 feestelijk geopend door de toenmalige wethouder Van der Vlis, de initiatiefnemers en een ezel (zie ook Ezels-, Pelikaan, Witte Kat en Kippebrug).

    Oesjesduiker, brug 114 in de Wittenburgergracht over de Wittenburgervaart.
    De naam van deze duiker is afkomstig van het uithangbord ’t Osje, dat vroeger bij een slager op de hoek van de Oostenburgergracht was aangebracht.

    Oetewalerbrug, brug 189 in de Middenweg over de Ringvaart.
    Deze vaste brug is genoemd naar het dorp Oetewaal, of Outewaal of Houtewaal, dat vroeger aan de Zeedijk lag ter hoogte van de huidige Muiderpoort. Het dorp, dat reeds in 1387 wordt genoemd, werd in 1575 door de Spanjaarden platgebrand en in 1651 door een stormvloed geteisterd, maar steeds weer opgebouwd. In 1658 is het door de gemeente Amsterdam geannexeerd. De Linnaeusstraat heette voor 1878 Oetewalerweg en was de weg van Oetewaal naar Watergraafsmeer.

    Oostertoegang, brug 276 in De Ruyterkade over de Oostertoegang.
    Deze brug is genoemd naar het water van de Oostertoegang, waarover zij lag. De brug is in het kader van de aanleg van de IJtram gedemonteerd en opgeslagen. Het voornemen is de brug op te nemen in het uitbreidingsplan Houthavens van het stadsdeel Westerpark.

    Oranjebrug, brug 146 in de Binnen Oranjestraat over de Brouwersgracht.
    Deze ophaalbrug ontleent haar naam aan de straat waarin zij ligt. De herkomst van deze straatnaam is onzeker. Mogelijk verwijst zij naar het huis ‘De Prins van Oranje’, dat hier vroeger dicht bij de Haarlemmerdijk heeft gestaan.

    Oude Kinkerbrug, brug 169 in de Kinkerstraat over de Singelgracht.
    Zie Kinkerbrug voor de verklaring van deze vaste brug. Deze brug is ouder dan de Kinkerbrug, vandaar Oude Kinkerbrug.

    Oudekerksbrug, brug 206 in de Oudekennissteeg over de O.Z. Voorburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de nabijgelegen Oude Kerk, de oudste kerk van Amsterdam. Deze kerk dateert vermoedelijk van 1306 en is gewijd aan Sint Nicolaas.

    Overtoomsesluis, brug 199 in de Overtoom over de Kostverlorenvaart.
    Deze basculebrug is genoemd naar de Overtoom. In het algemeen is een overtoom een dam waar schepen overheen getrokken werden. De Amsterdamse Overtoom werd in de veertiende eeuw aangelegd in de Schinkel. Voor de demping in 1904 heette de Overtoom de Heiligewegse- of de Overtoomsevaart.

    Paerlduiker, brug 91 in de Katteburgergracht over de Katteburgervaart.
    Deze duiker ontleent zijn naam aan de brouwerij ‘De Paerl’ die in het midden van de zeventiende eeuw op Wittenburg door Reinst en Grootenhuizen werd gebouwd.

    Pansemertbrug, brug 124 in de Prinsengracht over de Egelantiersgracht.
    De naam van deze vaste brug herinnert waarschijnlijk aan de pensmarkt die hier in de zeventiende eeuw gehouden werd. Een andere verklaring is dat deze brug zijn naam ontleent aan de apotheker Hendrick Cornelisz Panser, die omstreeks de tweede helft van de zeventiende eeuw op de Egelantiersgracht woonde en daar zeer bekend was.

    Papiermolensluis, brug 57 in de Prinsengracht over de Brouwersgracht.
    De naam van deze vaste brug is ontleend aan het uithangbord ‘De Papiermolen’ aan het hoekhuis, waar een papierverkoper woonde.

    Pastoorsbrug, brug 55 in de Brouwersgracht over de Keizersgracht.
    Van deze vaste brug is de naamsafleiding niet met zekerheid bekend. Wellicht heeft de vroegere rooms-katholieke schuilkerk “De Zaaier”, die gevestigd was op Keizersgracht 22 iets met deze brugnaam van doen.

    Paulusbroedersluis, brug 215 in de Oude Hoogstraat over de O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug ontleent haar naam aan het St. Paulus- of Paulusbroederklooster, daterend uit het begin van de vijftiende eeuw. Dit klooster lag aan de oostzijde van de Oude Zijds Achterburgwal bij de Hoogstraat. In 1579 werd het klooster ontruimd. De huidige Walenkerk is een overblijfsel van de vroegere kapel van deze broeders. De overige ruimte van het klooster werd later ingenomen door het Oost-Indische Huis, voorheen het Artilleriemagazijn of Bushuis.

    Pelikaanbrug, brug 277 in de Kleine Wittenburgerstraat over de Nieuwe Vaart.
    Deze ophaalbrug is onderdeel van een vijftal bruggen, die samen een fietsroute vormen en die alle naar een diersoort vernoemd zijn. Gezien de nabijheid van het pakhuis d’Peliekaan aan de Hoogte Kadijk 51-53 is door Sonja van Meir gekozen voor deze diersoort. Zij heeft deze brug ook geopend (zie ook Nijlpaardenbrug).

    Peperbrug, brug 281 in de Peperstraat over de Rapenburgwal.
    Deze ophaalbrug is genoemd naar de Peperstraat, die op haar beurt weer genoemd is naar de Peperwerf, die op de plaats van de huidige Peperstraat lag en behoorde bij de pakhuizen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hier werden onder meer specerijen opgeslagen.

    Petemayenbrug, brug 317 in de Bokkinghangen over de Zoutkeetsgracht.
    Waarschijnlijk is de naam van deze dubbele ophaalbrug een verbastering van Petemoeienbrug. Een petemoei is een (peet)tante en werd vroeger ook wel gebruikt als aanduiding voor een oud vrouwtje.

    Piet Peelenbrug, brug 786 in het Verlengde Hoekenespad over de Hoekenesgracht.
    Deze vaste brug voor voet- en fietsverkeer in Osdorp is genoemd naar Piet Peelen (1922-1978), die werkzaam was bij de afdeling Bruggen. Hij heeft zich ingespannen voor het bevorderen van de leefbaarheid in Osdorp, met name op het gebied van het verkeer.

    Prinsensluis, brug 60 in de Prinsenstraat over de Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de straat en de gracht waaraan zij ligt. Prins refereert hier aan de prinselijke titel, waarmee die van de prinsen van Oranje wordt bedoeld.

    Raampoort, brug 165 in de Tweede Hugo de Grootstraat over de Singelgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Raampoort, die in 1844 werd afgebroken. De naam roept herinneringen op aan de lakenramen, waar het geverfde laken werd opgehangen om te drogen. Deze lakenramen moesten vanwege de overlast buiten de stad op een soort industrieterrein worden opgesteld.

    Reesluis, brug 64 in de Reestraat over de Prinsengracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Reestraat waarin zij ligt. Deze naam herinnert aan de huidenhandel, die voor de aanleg van deze straat en later in het nabijgelegen zuidelijk deel van de Jordaan, was geconcentreerd. Ook de huid van deze hertensoort werd hier bewerkt.

    Rosa Overbeekbrug, brug 121 in de Eerste Bloemdwarsstraat over de Bloemgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Rosa Overbeek, een romanfiguur uit het werk van Theo Thijssen (1879-1943). Zij is de vriendin van Kees de jongen (zie aldaar).

    Rotterdammerbrug, brug 150 in het Eerste Marnixplantsoen over de Singelgracht.
    Dit is een tweedehands vaste brug afkomstig van de Hemweg. Zij ligt er sinds 1950. Haar voorgangster was ook tweedehands en afkomstig uit Rotterdam. Deze brug werd in 1880 gekocht en geplaatst. Omdat zij laag was en de doorvaart belemmerde, ging zij in 1950 weer terug naar Rotterdam. De naam Rotterdammerbrug is echter gebleven.

    Rozenoordbrug, brug 1638 in de Amstelveenlijn over de Amstel.
    Deze vaste brug in stadsdeel Oost/Watergraafsmeer is genoemd naar een voormalige rozenkwekerij aan de Amstel, gelegen tussen Zorgvlied en het Kalfje. Hier was ook de aanlegplaats van de bootverbinding tussen Ouderkerk en Amsterdam. Deze naam is mede gekozen om de nabijgelegen fusilladeplaats uit de Tweede Wereldoorlog onder de aandacht te houden.

    Scharrebiersluis, brug 278 in het Kadijksplein over de Nieuwe Herengracht.
    Scharrebier was vanouds de drank voor gewone werklieden. Deze ‘dunne’ biersoort werd vroeger op deze ophaalbrug verkocht, omdat daar vaak veel werkvolk aanwezig was.

    Schellingwouderbrug, brug 55P in de Zuiderzeeweg over het Buiten IJ.
    Deze dubbele bascule brug is genoemd naar het naburige dorp Schellingwoude.

    Schinkelbrug in de Ringweg Zuid van de A10 over de Schinkel.
    Deze dubbele verkeersbrug met daarnaast een spoor- en metrobrug is genoemd naar de Schinkel, het water dat zij overspant. Een schinkel is een kort verbindingsstuk tussen twee weteringen, in dit geval tussen het Nieuwe Meer en de Overtoom. Er wordt verondersteld dat dit verbindingsstuk zijn naam dankt aan zijn vorm: ‘schinkel’ is synoniem aan ‘schenkel’, het onderbeen tussen voet en knie.

    Schollenbrug, brug 340 in de Weesperzijde over de Ringvaart.
    Deze vaste brug in stadsdeel Oost/Watergraafsmeer is ontworpen door Berlage en genoemd naar de uitspanning, die hier vroeger heeft gestaan. Deze uitspanning ontleende haar naam aan de oude Schollenbrug aan de Weesperzijde, die de Watergraafsmeer verbond met de stad. Die brug heette eerder Schulpbrug, naar de zeventiende-eeuwse herberg de Schulp, die een schelp in de gevel had. Deze stond aan de andere zijde van de brug, dus in Watergraafsmeer.

    Serang, brug 1983 in de Sumatrakade over de Seranggracht. Deze vaste brug op het Java-eiland, ontworpen door Architectenbureau Wintermans, ontleent haar naam aan de Seranggracht, die zij overspant. De Serang is een rivier op het eiland Java in Indonesië.
    Sint Antoniesluis, brug 287 in de Sint Anthoniebreestraat over de Zwanenburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Sint Antoniesdijk. Dit was een zeedijk, die tot de zeventiende eeuw buiten de stad lag en die op zijn beurt zijn naam ontleende aan het Sint Antoniesgasthuis of Leprozenhuis.

    Sint Jansbrug, brug 205 in de Sint Jansstraat over de O.Z. Voorburgwal.
    Vermoedelijk is deze vaste brug voor voetverkeer genoemd naar een beeldje van de apostel Johannes, dat aan een gevel op een van de straathoeken heeft gezeten.

    Sleutelbrug, brug 201 in de Grimburgwal over de O.Z. Voorburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de zeventiende-eeuwse brouwerij ‘De Sleutel’, die eigendom was van Gerrit Bicker en die op de plaats van het huidige Binnengasthuisterrein lag.

    Sloterdijkerbrug, brug 321 in de Sloterdijkstraat over de Prinseneilandsgracht.
    Deze dubbele ophaalbrug is genoemd naar de Sloterdijkstraat. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor de naam van deze straat. De eerste verklaring is dat de naam verwijst naar een huis genaamd Sloterdijk op de hoek van de straat. De tweede verklaring legt rechtstreeks verband met het dorp Sloterdijk, waarop men door deze straat het uitzicht had.

    Snoekjesbrug, brug 289 in de Snoekjessteeg over de Snoekjesgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Snoekjessteeg, welke haar naam ontleent aan Jan Pieters Snoeck, die hier in 1595 een huis liet bouwen met een snoek in de gevel. Oorspronkelijk waren de namen dan ook Snoekssteeg, Snoeksgracht en Snoeksbrug. Later is het verkleinwoord in deze namen geslopen.

    Society, brug 1991 in de Imogirituin over de Lamonggracht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Society uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    Steenvoetsluis, brug 291 in de Nieuwe Uilenburgerstraat over de Houtkoperswal.
    Voordat men vroeger geheel stenen bruggen bouwde, zette men houten bruggen op stenen voeten. In 1728 was de Uilenburchs Brug de eerste waarmee dit gebeurde en daarom werd zij Steenvoetbrug genoemd. Toen ze later helemaal van steen gemaakt werd en dus een ‘sluis’ werd, werd de naam van deze vaste brug veranderd in Steenvoetsluis.

    Stoofbrug, brug 214 in de Stoofsteeg over de O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug voor voetverkeer is genoemd naar de Stoofsteeg, waarin zij ligt. Deze steeg heet waarschijnlijk zo, omdat hier enkele eenkamerwoninkjes stonden, waar behoeftige lieden woonden. Stove (in het Duits Stube) betekent kamer.

    Titus Brandsmabrug, brug 792 in de Geertruida van Lierstraat over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug in Osdorp is genoemd naar Titus Brandsma (1881-1942). Hij was een rooms-katholieke priester en hoogleraar Theologie te Nijmegen. Als geestelijk raadsman oefende hij in 1942 invloed uit op de katholieke dagbladen om geen propaganda te maken voor de NSB. Datzelfde jaar werd hij afgevoerd naar Dachau, alwaar hij gestorven is.

    Torensluis, brug 9 in de Oude Leliestraat over het Singel.
    De naam van deze vaste brug verwijst naar de Jan Roodenpoortstoren, die hier vroeger naast de poort in de stadsmuur stond en die in 1829 werd afgebroken. De onderbouw van de toren bevindt zich nog aan de zijkant van deze brug.

    Torontobrug, brug 350 in de Stadhouderskade over de Amstel.
    Deze dubbele basculebrug in Oud-Zuid is genoemd naar de stad Toronto in Canada, een zusterstad van Amsterdam. Op 2 oktober 1974 is hier een plaquette onthuld door Burgemeester David Crombie van Toronto om deze zusterstad relatie te bekrachtigen.

    Truus Wijsmullerbrug, brug 793 in de Jacob Paffstraat over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug in stadsdeel Osdorp is genoemd naar Geertruida Wijsmuller-Meyer (1896- 1978). Zij was al voor de Tweede Wereldoorlog bezig Joodse vluchtelingen uit Midden Europa via Nederland in veiligheid te brengen. Zo organiseerde zij in 1938 en in 1939 met toestemming van Eichmann wekelijkse transporten van 500 kinderen vanuit Frankfurt, Wenen of Praag naar Engeland. In augustus 1939 organiseerde zij de evacuatie van de Joodse bevolking uit Dantzig in Polen. Na het uitbreken van de oorlog begeleidde mevrouw Wijsmuller de transporten tot Marseille of Spanje op doorreis naar Palestina. Ze verzorgde ook voedselpakketten voor Joodse kinderen in Westerbork. Bovendien lukte het haar 50 kinderen uit Westerbork voor deportatie naar Polen te behoeden.
    Na de oorlog was ze van 1945-1946 en van 1949-1966 raadslid in Amsterdam voor de VVD. Vervolgens hield zij zich bezig met adoptie van buitenlandse kinderen.

    Tulpbrug, brug 255 in het Prof. Tulpplein over de Singelgracht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer is genoemd naar Nicolaas Tulp (1593-1674), hoogleraar aan het Athenaeum Illustre voor het chirurgijnsgilde. Ook was hij enige malen burgemeester van Amsterdam.

    Uiverbrug, brug 2208 in de Valschermkade over de Riekerhaven.
    De naam van deze eerste aluminium klapbrug ter wereld in stadsdeel Oud Zuid is bedacht door mevrouw Verbaarschott, die de prijsvraag van het stadsdeel won. De Uiver is de naam van het legendarische KLM-vliegtuig, dat in 1934 deelnam aan de luchtrace van Londen naar Melbourne en dat toen de eerste prijs won in de handicapsectie van deze race. Net als de Uiver is ook deze brug van aluminium. Bovendien sluit deze naam aan bij de omliggende straatnamen, die ook op de luchtvaart betrekking hebben.

    Utrechtsebrug, brug 439 in de Nieuwe Utrechtseweg over de Amstel.
    Deze vaste brug in stadsdeel ZuiderAmstel is genoemd naar de stad Utrecht.

    Varkenssluis, brug 204 in de Damstraat over de O.Z. Voorburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de varkensmarkt, die hier in de zestiende eeuw waarschijnlijk gehouden werd.

    Veeneikbrug in het Ganzenhoefpad over de Weespertrekvaart.
    Deze brug voor voet- en fietsverkeer ligt in het stadsdeel Zuidoost en is onderdeel van het Groengebied Amstelland. Een veeneik is een dode eik, die in de veengrond bewaard is gebleven. Zo’n 3000 jaar geleden heeft hier een eikenbos gestaan. De veengrond heeft het afbraakproces van deze afgestorven eiken tegengehouden, waardoor er nog veel van hen zijn teruggevonden.

    Vier-Windstrekenbrug, brug 381 in de Jan van Galenstraat over de Admiralengracht.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer, in stadsdeel Bos en Lommer ontleent haar naam aan de windstreken Noord, Oost, Zuid en West, die alle door beeldhouwer Hildo Krop (1884-1970) op symbolische wijze zijn vormgegeven door respectievelijk een Eskimo met robben, een Chinees, een krijger met leeuwen en een Amerikaanse beursman.

    Vondelbrug, brug 200 in de Van Baerlestraat over het Vondelpark.
    Dit viaduct, ontworpen door Piet Kramer, ontleent zijn naam aan het Vondelpark, dat hij overbrugt. Joost van den Vondel (1587-1679) was een dichter, die vele treurspelen schreef, waarvan de bekendste de ‘Gijsbrecht van Aemstel’ is.

    Vredenburgerbrug, brug 209 in de Vredenburgersteeg over de O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug voor voetverkeer is genoemd naar de herberg Vredenburg, die hier in de zeventiende eeuw stond. In 1835 werd hier het rooms-katholieke bejaardenhuis Vredenburg gebouwd, dat nu tot woningen verbouwd is. Vóór de herberg was hier een zoutkoperij gevestigd. Vandaar de vroegere brugnaam Zoutkopersbrug.

    W.A. Meelhuysenbrug, brug 795 in de Willy de la Croixstraat over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug in stadsdeel Osdorp is genoemd naar Willem Adam (Wil) Meelhuysen (1902–1942), kapitein van de artillerie. Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië, richtte hij onder de schuilnaam Tahir de verzetsgroep Corsica op. Hij verzamelde veel informatie ten behoeve van de Geallieerden, totdat hij werd verraden. Daags na zijn arrestatie op 22 december 1942 pleegde hij in zijn cel zelfmoord, omdat hij het leven van zijn medestrijders niet in gevaar wilde brengen.

    Walter Süskindbrug, brug 237 in de Amstel over de Nieuwe Herengracht.
    Deze dubbele ophaalbrug is genoemd naar Walter Süskind (1906-1945). Hij redde, samen met Felix Halverstad en Lau Mazirel, tijdens de Duitse bezetting veel volwassenen en kinderen uit de Hollandsche Schouwburg en de daar tegenover gelegen crèche. Maar, in tegenstelling tot hen, overleefde hij de oorlog niet en stierf in Midden Europa, waarschijnlijk in het concentratiekamp Auschwitz.

    Weesperpoort, brug 263 in het Rhijnspoorplein over de Singelgracht.
    Deze vaste brug houdt de herinnering levend aan de Weesperpoort, die hier van 1658 tot 1857 gestaan heeft en die vernoemd was naar de stad Weesp. Van 1843 tot 1939 stond hier ook het Weesperpoortstation.

    Westerdoksluis, brug 314 in de Westerdoksdijk over de Westerdoksluis.
    Deze basculebrug is genoemd naar het Westerdok, dat uit de Nieuwe Waal is ontstaan door het aanbrengen van een afsluitdijk tussen de jaren 1830 en 1834.

    Westertoegang, brug 147 in de De Ruyterkade over de Westertoegang.
    Deze vaste brug is genoemd naar het water van de Westertoegang waarover zij ligt.

    Wetenschap, brug 1995 in de Javakade over de Brantasgracht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Wetenschap uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    Weteringpoort, brug 90 in de Weteringsschans over de Schutsluis.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Weteringpoort, die hier van 1688 tot 1841 in de buurt heeft gestaan. De naam herinnert aan de Wetering, die vroeger vanaf de Kalfjeslaan hier de stad binnenkwam en in het Spui uitmondde. De huidige Boerenwetering is hier nog een restant van.

    Wiegbrug, brug 173 in de De Clercqstraat over de Kostverlorenvaart.
    Deze basculebrug is genoemd naar het type brug, dat zij oorspronkelijk vertegenwoordigde. Een wiegbrug is namelijk een rolbasculebrug.

    Wil de Graaffbrug, brug 393 in het Wachterliedplantsoen over de Erasmusgracht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in stadsdeel bos en Lommer is genoemd naar Wil de Graaff (1928-2001). Hij heeft van 1990 tot zijn dood in de stadsdeelraad van Bos en Lommer gezeten. Eerst voor de CPN en vanaf 1994 voor Bewonersbelangen Bos en Lommer, waarvan hij de oprichter was. In 2001 ontving hij de gouden speld van verdienste van de stad Amsterdam voor zijn meer dan 30-jarige inzet ten behoeve van de belangen van huurders in Amsterdam.

    Wilhelminabrug, brug 1490 in Gein over Het Gein.
    Deze vaste brug voor voetverkeer is genoemd naar Wilhelmina Helena Paulina Maria, prinses van Oranje Nassau (1880-1962), die Koningin der Nederlanden was van 1898 tot 1948.

    Willemsbrug, brug 151 in het Nassauplein over de Singelgracht.
    Deze basculebrug is genoemd naar Koning Willem I (1772-1843), die in 1840 de nabijgelegen Willemspoort opende.

    Wipbrug, brug 379 in de Liergouw over de Zwanekesloot.
    Deze ophaalbrug bij Ransdorp ontleent haar naam aan het soort brug dat zij is. Omdat deze brug lokaal al heel lang onder deze naam bekend is, heeft zij in 1957 officiële erkenning (maar geen naambordje) gekregen (zie Kanaalpost).

    Witte Katbrug, brug 1914 in de Jacob Burggraafstraat over Kattenburgervaart.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer is onderdeel van een vijftal bruggen, die samen een fietsroute vormen en die alle naar een diersoort vernoemd zijn. Aangezien deze brug de
    Oostelijke Eilanden Wittenburg en Kattenburg met elkaar verbindt, is hier voor de diersoort (witte) kat gekozen. Zie ook Nijlpaardenbrug.

    Word, brug 1992 in de Javakade over de Lamonggracht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer op het Java-eiland beeldt het woord Word uit in het Azart-alfabet van Rombouts en Droste (zie Conscience).

    Zaagpoort, brug 161 voor het Frederik Hendrikplantsoen over de Singelgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Zaagmolenpoort die in 1844 werd afgebroken. Deze poort was op haar beurt genoemd naar de vele houtzaagmolens, die hier tot het einde van de negentiende eeuw hebben gestaan.

    Zandhoeksbrug, brug 316 in de Zandhoek over de Realengracht.
    Deze dubbele ophaalbrug is genoemd naar de Zandhoek. Op deze hoek van de Westelijke Eilanden mocht volgens een Keur van 1634 de zandmarkt gehouden worden.

    Zebrabrug, brug 389 in de Derde Wittenburgerdwarsstraat over de Kattenburgervaart.
    Hoewel deze vaste brug voor voetverkeer ruim tien jaar later is gebouwd dan de vijf in 1987 geopende bruggen (zie Nijlpaardenbrug), is ook deze brug naar een diersoort genoemd. De naam is bedacht door Maria van Duinhoven, die reageerde op een oproep in een buurtkrant. Zij koos voor de naam zebra, denkend aan een zebrapad; een veilige oversteekplaats, die deze brug zou moeten zijn. Overigens is het hoofdgedeelte van de brug uitgevoerd in zebrakleuren met een zwart wegdek en witte brugleuningen.

    Zeeburgerbrug in de Ringweg Oost van de A10 over het Buiten IJ.
    Deze vaste brug is genoemd naar het nabij gelegen eiland Zeeburg.

    Zoutkeetsbrug, brug 318 in de Planciusstraat over de Zoutkeetsgracht.
    Deze basculebrug is genoemd naar de Zoutkeetsgracht. In de zeventiende en achttiende eeuw stonden aan beide zijden van deze gracht de zoutketen. Dit waren loodsen waarin het grove zout bewerkt werd voor huishoudelijk gebruik.

    Deel II: onofficiële, verouderde en verdwenen brugnamen

    Aandammerbrug, brug 58P in de Poppendammergouw over de sloot die de Holysloter Die met het Bozenmeertje verbindt. Deze ophaalbrug in stadsdeel Noord is genoemd naar de Aandammergouw, waarin ze ligt, gezien vanuit de gemeente Broek in Waterland.

    Aluminiumbrug, brug 222 in de Staalstraat over de Kloveniersburgwal.
    Deze ophaalbrug wordt zo genoemd, omdat in 1956 het val (brugdek) van deze brug (als eerste in Nederland) in aluminium werd uitgevoerd.

    Amstelbrug.
    Dit is een oude naam voor de Hoge Sluis, brug 246, genoemd naar het water dat zij overspant.

    Armsteegbrug.
    Deze brug in de N.Z. Armsteeg over de N.Z. Voorburgwal was genoemd naar een bocht in de Nieuwedijk, waar zij naar toe leidde. Een arm heeft hier de betekenis van bocht. Bij de demping van de N.Z. Voorburgwal in 1884 is deze brug gesloopt.

    Ballenbrug, brug 516 over de Ringsloot rond het Openluchttheater in het Amsterdamse Bos.
    Dit ophaalbruggetje voor voetverkeer, dat ontworpen is door Piet Kramer, ontleent haar naam aan de twaalf ballen aan de ketting, die dienstdoen als tegengewicht bij het openen van de brug. Er zijn in dit bos overigens meerdere ballenbruggen

    Bananenbrug, brug 604 in de Burgemeester Roëllstraat over de Burgemeester Cramergracht.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer, dankt haar naam aan de banaanachtige versieringen, die op deze brug zijn aangebracht..

    Bannebrug, brug 970 in de IJdoornlaan over het Noordhollandsch Kanaal.
    Dit is een andere naam voor de IJdoornlaanbrug. Een ban was vroeger een bestuursgebied. Een aantal bannen vormde tezamen een baljuwschap.

    Bibbertjesbrug, brug 544 bij de Kleine Vijver over de afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer, ontworpen door Piet Kramer, in het Amsterdamse Bos houdt de herinnering levend aan de tijd, waarin het Bos (Boschplan) werd aangelegd. Er werd toen met treintjes grond af- en aangevoerd. Als de trein over deze brug reed bibberde zij nogal en de wisselwachter met haar. Deze man werd daarom al snel Bibbertje genoemd.

    Bintwijkersluis.
    Deze brug werd genoemd naar de Bintwijkerpoort (afgebroken in 1526). Zij vormde de verbinding tussen het Spui en de Amstel. Later werd deze sluis Osjessluis genoemd naar de naburige Ossenmarkt. Bintwijk (Binnenwijk) was de naam voor de Kalverstraat tussen het Spui en de Dam. Het Spui werd gedempt in 1882 en daarmee verdween ook deze brug.

    Blauwebrug, brug 540 bij het Hertekamp over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer in het Amsterdamse Bos is genoemd naar haar kleur en is ontworpen door Piet Kramer.

    Boerenverdriet.
    Dit was een schutsluis tussen het Spui en het Singel, daterend uit de tweede helft van de zestiende eeuw. Die sluis gaf de boeren, die de stad in en uit wilden veel oponthoud (en verdriet). Vaak openden ze de sluis zelf maar, wat hen op een flinke boete kon komen te staan. Bij de demping van het Spui, in 1882, verdween deze sluis.

    Boogbrug, brug 566 in de Noordelijke Springbaan over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in het Amsterdamse Bos ontleent haar naam aan haar nogal ronde vorm.

    Brouwerssluis.
    Dit is de vroegere naam voor de Papiermolensluis (brug 57) over de Brouwersgracht. Deze naam herinnert aan de vele bierbrouwerijen, die hier vroeger waren.

    Brug der Zuchten, brug 970 in de IJdoornlaan over het Noordhollandsch Kanaal.
    Dit is een bijnaam van de Banne- of IJdoornlaanbrug. Zij kreeg deze bijnaam omdat er veel problemen waren bij de bouw van deze bijzondere brug. Zo moest een gedeelte van het Noordhollandsch Kanaal voor deze brug worden rechtgetrokken en waren er moeilijkheden met de fabricage van enkele brugonderdelen, waardoor het werk enkele jaren stillag.

    Brug Jaap Hannis, brug 1982 in de Borneosteiger over de Entropothaven.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in stadsdeel Zeeburg is genoemd naar de nabijgelegen eetgelegenheid Jaap Hannis.

    Brug van Broerse, brug 553 bij de Grote Vijver over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in het Amsterdamse Bos ontleent haar naam aan de heer C.P. Broerse, die als hoofd van de afdeling plantsoenen van de gemeente Nieuwer-Amstel (sinds 1964 Amstelveen) betrokken was bij de aanleg van het Amsterdamse Bos. In Amstelveen is ook een park naar hem genoemd.

    Bruinebrug, brug 539 in de Burgemeester A. Colijnweg over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer, ontworpen door Piet Kramer, in het Amsterdamse Bos is genoemd naar de bruine baksteen waaruit zij is opgetrokken en die haar een nogal donkerbruine kleur geeft.

    Buiksloterdraaibrug, brug 2205 in de Buiksloterdijk over het Noordhollandsch Kanaal.
    Deze draaibrug voor fiets- en voetverkeer is genoemd naar het dorp Buiksloot, dat tot 1921 een zelfstandige gemeente was.

    Damsluis.
    Deze lag aan de Vissersdam, genoemd naar de daar gehouden Vissersmarkt. De Dam was tot 1957 onderverdeeld in Vissersdam (aan de kant van de Bijenkorf) en Vijgendam (aan de kant van het Rokin). Deze sluis verdween toen dit deel van het Damrak gedempt werd.

    Deutsche Brücke.
    Dit was een bijnaam, die midden jaren ’80 gebruikt werd voor de Liesdelsluis, brug 207 over de O.Z. Voorburgwal vanwege de vele (Duitse) drugsverslaafden, die zich hier verzamelden (vgl. Pillenbrug).

    Dijksgrachtbrug.
    Dit is een onofficiële naam voor de Mariniersbrug, brug 272. De naam van deze brug is afkomstig van het water dat zij overspant, de Dijksgracht.

    Dinosaurusbrug.
    Dit is een onofficiële benaming voor de Hoge Brug, brug 1998 over het Spoorwegbassin. Zij wordt zo genoemd vanwege haar vorm, die aan een grazende dinosaurus doet denken.

    Dirk van Hasseltbrug.
    Deze brug lag in de Dirk van Hasseltsteeg over de N.Z. Voorburgwal en werd gesloopt bij de demping van dit water in 1884. Dirk van Hasselt was vermoedelijk een voorname bewoner van deze steeg, die leefde in de veertiende of vijftiende eeuw.

    Dommersbrug, brug 148 in de Binnen Dommersstraat over de Brouwersgracht.
    Deze ophaalbrug ontleent haar naam aan de Binnen Dommerstraat. Deze straat is genoemd naar IJsbrand Jansz. Dommer, de eigenaar van de grond waarop deze straat is aangelegd. Hij werd in 1579 benoemd tot schepen van de stad.

    Donderbrug.
    Dit is een oude bijnaam voor de in 1936 verdwenen Langebrug. Nadat deze brug in 1860 vernieuwd was, veroorzaakten de passerende rijtuigen veel meer geluidsoverlast dan voorheen.

    Donkere Sluis.
    Er waren twee bruggen van die naam, die dicht bij elkaar gelegen waren.
    Eén ervan was een brug in de Molsteeg over de N.Z. Voorburgwal. Deze werd ook wel Hoge Sluis genoemd. De andere Donkere Sluis liep onder het in 1898 gesloopte postkantoor van Cornelis Outshoorn door en was daarom erg donker. Zij vormde zo de verbinding tussen de N.Z. Voor- en Achterburgwal. Beide Donkere Sluizen verdwenen in 1884 bij de demping van de N.Z. Voorburgwal.

    Drogebrug, brug 508 bij de Roeibaan over een bootoverhaal.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in het Amsterdamse Bos heet zo, omdat het water halverwege deze brug gekeerd wordt, waardoor zij voor de helft droog staat.
    Duizendmeterbrug, brug 527 bij de Roeibaan over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor normaal verkeer, ontworpen door Piet Kramer, in het Amsterdamse Bos ligt halverwege de 2 km lange Bosbaan en dus bij het duizendmeterpunt.

    Eerste Schansbrug.
    Dit is de oudste naam voor de Dageraadsbrug, brug 353. Een schans is een aarden verdedigingswal. De schans die hier bedoeld wordt, lag bij het dorp Oetewaal (ongeveer op de plek van de huidige Muiderpoort).

    Entrepotdoksluis, brug 80 in de Hoogte Kadijk over de Entrepotdoksluis.
    Deze ophaalbrug ontleent haar naam aan het Entrepotdok. In dit dok, aangelegd in 1827, moesten ingevoerde goederen worden opgeslagen tot de invoerrechten betaald waren. De pakhuizen zijn nu voor het merendeel verbouwd tot woningen.

    Foeliebrug.
    Dit was een vaste brug voor de Foeliestraat, die gesloopt is in verband met de werkzaamheden voor de aanleg van de IJ-tunnel, die op 30 oktober 1968 in gebruik genomen is. Foelie was één van de producten, afkomstig uit Nederlands Oost-Indië, die in de naburige pakhuizen van de Verenigde Oostindische Compagnie werden opgeslagen.

    Gasthuisbrug, brug 218 in de Grimburgwal over de O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar het voormalige Sint Pietersgasthuis, dat later de naam Binnengasthuis kreeg. In 1975 werd het ziekenhuis opgeheven en vervangen door het Slotervaartziekenhuis.

    Gasthuissluis.
    Deze brug lag over de N.Z. Voorburgwal vlakbij het Paleis op de Dam. Zij verdween na de demping van dit water in 1884. De naam verwijst naar het Sint Elisabethsgasthuis, het oudste gasthuis van de stad, gesticht in de veertiende eeuw. In 1492 werd het gebouw bij het stadhuis gevoegd. Beide gebouwen zijn later gesloopt voor de bouw van het nieuwe stadhuis, het huidige Paleis op de Dam. De voormalige Gasthuisstraat heet nu Paleisstraat.

    Gore Post, brug 63P
    Dit was een demontabele brug over de Karker in de bocht van de Durgerdammergouw tussen Ransdorp en Durgerdam. In de volksmond stond deze brug al lang onder deze naam bekend en daarom heeft zij in 1957 officiële erkenning gekregen. Zij is gesloopt bij de asfaltering en verbreding van de Durgerdammergouw begin jaren ’70 en vervangen door een naamloze duiker (zie Kanaalpost).

    Hakkelaarsbrug.
    Dit was een dubbele wipbrug over de Nieuwe Vaart. Deze brug verdween in 1681 toen de brug door een dam met twee sluisjes werd vervangen. Een Hakkelaar was een waterspook, dat veel doet denken aan de Bullebak.

    Hembrug.
    Deze spoorbrug over het Noordzeekanaal ontleende haar naam aan een hem, dat wil zeggen een buitendijks stuk land. Zij werd gebouwd in 1907 en in 1937 verbouwd tot de grootste draaibrug van Europa. Door het steeds drukker wordende trein- en havenverkeer, waarvoor zij een belemmering vormde, werd zij in 1983 vervangen door de Hemspoortunnel en in 1984 gesloopt, nadat pogingen om haar als monument te behouden waren mislukt.

    Hoedbrug, brug 556 in de Oostelijke Bosrandweg over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor fiets-en voetverkeer, naar een ontwerp van Piet Kramer, in het Amsterdamse Bos is genoemd naar haar halfronde vorm, die wat aan een hoed doet denken.

    Huiszittenbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Achterburgwal ter hoogte van de vroegere Huiszittensteeg (de huidige Raadhuisstraat) en werd gesloopt in 1867 bij de demping van dit water.

    Huiszittensteegbrug.
    Deze brug overspande de N.Z. Voorburgwal bij het Stadhuis en verdween bij de demping van dit water in 1884. De Huiszittensteeg lag op de plek van de huidige Raadhuisstraat tussen de O.Z. Voor- en Achterburgwal

    IJdoornlaanbrug, brug 970 in de IJdoornlaan over het Noordhollandsch Kanaal.
    Deze ophaalbrug ontleent haar naam aan de IJdoornlaan, waarin zij ligt. Deze laan is genoemd naar de IJdoornpolder, even ten oosten van het dorp Durgerdam. Deze polder is een natuurreservaat bestaande uit hooi- en rietlanden. Zie ook Bannebrug.

    IJ-grachtwaterkering.
    Dit is de oudste naam voor de Kikkerbilsluis, brug 279 over de Oudeschans.
    De IJ-gracht was de naam van de noordelijke kade van het eiland Rapenburg en vormt momenteel een onderdeel van de Prins Hendrikkade. De naam verwijst naar het IJ, waarvan het water gekeerd moest worden.

    Ipenslotersluis, brug 13P in de Diemerzeedijk tussen het Buiten IJ en het Nieuwe Diep.
    IJpesloot was een plek op de huidige Diemerzeedijk. In 1225 werd bij deze plek een sluis aangelegd om het Diemermeer en de Zuiderzee te verbinden. Vanaf IJpesloot kon men een veer naar het huidige Durgerdam nemen. In 1508 werd de Hertog van Gelre, Karel van Egmond, bij IJpesloot teruggeslagen.

    Jan van Galenbrug, brug 382 in de Jan van Galenstraat over het Westelijk Marktkanaal.
    Deze basculebrug is genoemd naar Jan van Galen (1604-1653), een vlootvoogd, die sneuvelde in de Slag bij Livorno tegen de Engelsen.

    Kalkmarktsluis.
    Dit is een van de onofficiële namen voor de Kikkerbilsluis, brug 279 over de Oudeschans, zo genoemd vanwege de nabij gelegen Kalkmarkt, waar vroeger kalk verhandeld werd.

    Kamelenbrug.
    Dit is een onofficiële naam voor de Enneüs Heermabrug, brug 2001 over het IJmeer, die zij gekregen heeft vanwege haar twee bulten (bogen).

    Karnemelksgatbrug, brug 551 in de Zuidelijke Handoverhaal over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer in het Amsterdamse Bos ontleent haar naam aan het Karnemelksgat. Dit water was een hoornvormig aanhangsel van het Nieuwe Meer.

    Karseboomsbrug.
    Dit is een oudere, onofficiële naam voor de Zoutkeetsbrug. Deze brug werd zo genoemd naar een huis op de hoek van de Zoutkeetsgracht, waar een karseboom in de gevel stond.

    Kattenbrug, brug 61P
    Deze demontabele brug in de Nieuwe Gouw over de Nieuwe Gouwsloot tussen Ransdorp en Zunderdorp stond ter plekke al heel lang onder deze naam bekend en daarom heeft deze naam in 1957 officiële erkenning gekregen. Bij de verbreding en de asfaltering van de Nieuwe Gouw begin jaren ’70 is deze brug gesloopt en vervangen door een naamloze duiker.

    Kattenslootbrug, brug 155 in de Nassaukade over de Kattensloot.
    Deze basculebrug is genoemd naar de Kattensloot die zij overspant. Waar deze naam vandaan komt, is tot op heden onbekend.

    Kent-U-Zelvesluis.
    Dit is een van de onofficiële namen voor de Kikkerbilsluis, brug 279 over de Oudeschans. Waarschijnlijk is deze naam ontleend aan een opschrift boven een nabijgelegen huis.

    Kerkstraatbrug.
    Dit was vroeger de officiële naam voor de Magere brug, die geen stand gehouden heeft, omdat de Amsterdammers het steeds maar over de Magere Brug bleven hebben; deze naam kreeg daarom later ook officiële status.

    Ketelhuisbrug, brug 1923 in de Ten Katestraat over het Jacob van Lennepkanaal.
    Deze vaste brug voor voetverkeer ontleent haar naam aan het ketelhuis van het voormalige Wilhelminagasthuis.

    Kindertjesbrug, brug 420 in de Churchilllaan over de Boerenwetering.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer, wordt zo genoemd vanwege de vele beeldhouwwerken van kinderen, die in deze brug zijn verwerkt. Van deze beeldhouwwerken is Kind met Paard (Onbevangenheid) van Hildo Krop de meest opvallende. Zij vormt een eenheid met de Muzenbrug, brug 419 over het Zuider Amstelkanaal.

    Kippenbrug.
    Er waren in Amsterdam twee bruggen, die zo genoemd werden.
    De eerste was de huidige Pastoorsbrug, brug 55, die tot 1966 een voetgangersbruggetje was.     De tweede was de Drieharingenbrug, brug 320, toen die nog een drijvende brug was en in de volksmond de Kippenbrug heette. Op de Oostelijke Eilanden is er momenteel ook een officiële Kippebrug, brug 270 over de Kattenburgervaart.

    Kleimansteegbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Achterburgwal bij de Kleimans- of Klaymanssteeg, een oude naam voor de huidige Korte Lijnbaanssteeg. Zij werd gesloopt bij de demping van dit water in 1867 voor de aanleg van de Spuistraat.

    Klimopbrug.
    Deze brug lag bij Klimopstraatje over de N.Z. Achterburgwal. Deze brug was bijzonder hoog en werd daarom Klimopbrug genoemd. Deze naam ging vervolgens over op het naburige straatje. Het bruggetje werd gesloopt bij de demping van de N.Z. Achterburgwal in 1867.
    Er is ook nog een Klimopbrug, brug 546 in het Amsterdamse Bos, een vaste brug voor normaal verkeer naar een ontwerp van Piet Kramer, bij de Burgemeester A. Colijnweg over een afwateringstocht, die vroeger overgroeid was met klimop.

    Kolksbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Voorburgwal bij de N.Z. Kolk en is naar deze kolk genoemd. Zij verdween bij de demping van dit water in 1884.

    Korsjesbrug, brug 12 in de Korsjespoortsteeg over het Singel.
    Deze vaste brug is genoemd naar houtkoper Corsgen Jacobsz, die in de vijftiende eeuw een boomgaard had aan het Singel, even buiten de stad. De brug over het Singel kreeg daardoor zijn naam en vervolgens ook de steeg aan de andere kant van het Singel.

    Kosterbrug.
    Deze brug overspande de Overtoomse Vaart en werd genoemd naar de H.G. Kosterstraat, die tegenwoordig de Gerard Brandtstraat heet. Deze brug verdween in 1904 bij de demping van deze vaart.

    Kraaienpleinbrug, brug 357 in het Kraaienplein over het Noordhollandsch Kanaal.
    Dit is een vroegere, onofficiële naam voor de Gerben Wagenaarbrug. Deze brug is genoemd naar het naburige Kraaienplein, dat op zijn beurt zijn naam ontleent aan de vogelsoort.

    Langebrug.
    Dit was de oudste brug over de Binnen Amstel, waarschijnlijk daterend uit het midden van de vijftiende eeuw. Bij de demping van het Rokin in 1936 verdween deze brug. De Langebrug-steeg herinnert nog aan deze brug en geeft haar plaats aan. Overigens wordt ook de basculebrug, brug 356 over het Zijkanaal I in de Klaprozenweg, gezien haar lengte Langebrug genoemd.

    Latjesbrug.
    Deze uit dicht bij elkaar liggende latten bestaande (latjes)brug leidde van de Overtoom naar het Pesthuis, dat tevens een krankzinnigengesticht was. Een oude Amsterdamse uitdrukking is dan ook: ‘Jij moet over de Latjesbrug’. Deze brug werd ook wel Pestbrug genoemd. Er is ook
    een officiële Latjesbrug, brug 50 die in de Anne Frankstraat ligt en de Nieuwe Herengracht overspant.

    Leeuwenbrug.
    Twee bruggen werden ooit Leeuwenbrug genoemd. De eerste was de Doelensluis, brug 220 die zo heette nadat er in de zestiende eeuw een leeuwenbeeldje op deze brug werd aangebracht. Na 1600 werd ze Doelenbrug genoemd en toen ze geheel van steen werd opgetrokken, veranderde haar naam weer in Doelensluis. Ook de Blauwbrug, brug 236 werd in de zeventiende eeuw Leeuwenbrug genoemd, omdat er vier leeuwen op de leuningen van deze brug zaten, die toen nog een houten klapbrug was.

    Leeuwenburghe Brug.
    Dit was een oude naam voor de Petemayenbrug, brug 317 in de Bokkinghangen over de Zoutkeetsgracht.

    Luiebrug.
    Dit was een houten ophaalbrug over de Overtoomse Vaart bij de Singelgracht. Zij werd zo genoemd, omdat zij heel langzaam open en dicht ging. Zij verdween bij de demping van de Overtoomse Vaart in 1904.

    Lyceumbrug, brug 410 voor het Olympiaplein over het Noorder Amstelkanaal.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer met beeldhouwwerken van Hildo Krop, verwijst naar het nabijgelegen Amsterdams Lyceum.

    Maasbrug, brug 403 in de Tweede Van der Helststraat over het Amstelkanaal.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer, is genoemd naar de rivier de Maas, die in Frankrijk ontspringt en vanaf Maastricht door ons land stroomt.

    Manegebrug, brug 569 in de Westelijke Springbaan over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor fiets- en voetverkeer, ontworpen door Piet Kramer, in het Amsterdamse Bos is genoemd naar de naburige Manege.

    Markusbrug.
    Deze brug ontleende haar naam aan het Lastage eiland Marken, ook wel Valkenburg geheten. Zij lag over de Houtkoperswal voor de Valkenburgerstraat.

    Martelaarsbrug.
    Deze brug lag in de Nieuwendijk over de Martelaarsgracht en verdween bij de demping van deze gracht, die waarschijnlijk genoemd is naar een huis waar de ‘martelaar’ uithing.

    Meeuwenpleinbrug, brug 491 in de Johan van Hasseltweg over het Noordhollandsch Kanaal.
    Deze basculebrug is genoemd naar het nabije Meeuwenplein, dat op haar beurt weer vernoemd is naar de vogelfamilie.

    Melkmarktsbrug.
    Dit is een oude naam voor de Melkmeisjesbrug, brug 16 over de Brouwersgracht, waar vroeger een melkmarkt werd gehouden.

    Minnebroersbrug.
    Dit is, even als de Molsteegbrug, een oude naam voor Oudekerksbrug, brug 260 over de O.Z. Voorburgwal en de Oude Kennissteeg. De Oude Kennissteeg is een verbastering van Oudekerkssteeg. Oorspronkelijk heette deze straat Minderbroeders-, Barvoetsbroeders-, of Grauwmonnikensteeg. Een minderbroeder behoort tot de kloosterorde van de Franciscanen.

    Molensteegbrug, brug 211 in de Molensteeg over O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Molensteeg, waarin zij ligt. De naam van deze steeg verwijst naar een molen, die ooit aan de Zeedijk gestaan heeft, maar die voor 1357 al verdwenen is. Er was ook nog een Molensteegbrug over de N.Z. Achterburgwal, maar deze werd gesloopt bij de demping van dit water in 1867 voor de aanleg van de Spuistraat.

    Molbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Achterburgwal ter hoogte van de huidige Molsteeg, die genoemd is naar het huis ‘De Mol’, dat hier in de zestiende eeuw gestaan heeft. Zij is in 1867 gesloopt voor de aanleg van de Spuistraat.

    Molsteegbrug.
    Dit is, evenals de Minnebroersbrug, een oude, onofficiële naam voor de Ouderkerksbrug, brug 206 over de O.Z. Voorburgwal.

    Montelbaansbrug, brug 280 in de Oudeschans over de Waalseilandgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Montelbaanstoren, daterend uit de zestiende eeuw. Over de herkomst van de naam Montelbaan is weinig met zekerheid bekend.

    Moordenaarsbrug.
    Deze brug lag over de Brouwersgracht bij de Baangracht. De naam herinnert aan een moordenaar die werd gevonden in een huis op de hoek van de Wagenstraat. De brug werd omstreeks 1810 afgebroken.

    Muiderbrug.
    Dit houten bruggetje over de Leprozengracht verdween in 1882, toen de Leprozen- en de Houtgracht gedempt werden om plaats te maken voor het huidige Waterlooplein. Het bruggetje was genoemd naar de stad Muiden.

    Muzenbrug, brug 419 in de Apollolaan over het Zuider Amstelkanaal.
    Deze vaste brug is genoemd naar het nabije Muzenplein. In de Griekse mythologie zijn de muzen de dochters van Zeus en de godinnen van de kunsten en wetenschappen. Zij vormt een eenheid met de Kindertjesbrug, brug 420 over de Boerenwetering.

    Nieuwe Hoogpoortsbrug.
    Dit is een oude naam voor de huidige Bushuissluis, brug 224 over de Kloveniersburgwal bij de Nieuwe Hoogstraat. De Oude en de nieuwe Hoogstraat ontlenen hun naam aan het feit dat zij iets hoger liggen dan de omringende straten.

    Nieuwekerksbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Voorburgwal bij de Nieuwe Kerk. Zij werd ook wel Kerkxbrug genoemd en werd gesloopt bij de demping van de N.Z. Voorburgwal in 1884.

    Oesjes- of Osjesbrug.
    Dit is een oudere naam voor de Kortjewantsbrug, brug 487 over de Schippersgracht bij de Prins Hendrikkade.

    Oetewalerbrug.
    Dit is een oudere naam voor de Dageraadsbrug, brug 353 over de Nieuwe Vaart bij de Sarphatistraat. Deze brug is genoemd naar het dorp Oetewaal, dat hier vroeger lag. Deze oude brugnaam leeft nog voort in de huidige en officiële Oetewalerbrug, brug 189, die voor de Middenweg over de Ringdijk van de Watergraafsmeer ligt.

    Oliekoekensluis.
    Dit was een vroegere naam voor de Papiermolensluis, brug 57 over de Brouwersgracht bij de Korte Prinsengracht, zo genoemd omdat vroeger een aantal olie- en pannenkoekenbaksters hier hun kraampje hadden.

    Oostenburgerbrug.
    Dit was een voorgangster van de huidige Oesjesduiker, brug 114 die de Oostenlijke Eilanden Oostenburg en Wittenburg verbindt. Oostenburg is het meest oostelijke van de drie Oostelijke Eilanden.

    Osjessluis.
    Deze brug, genoemd naar de naburige ossenmarkt, lag in de Kalverstraat over het Spui tot deze gedempt werd in 1882. De sluis zelf vormde de verbinding tussen het water van het Spui en dat van de Amstel (zie ook Bintwijkersluis).

    Oudebrug.
    Deze brug over het Damrak was de oudste brug van Amsterdam, en dateert uit begin veertiende eeuw. Zij verbond toen de Oude en de Nieuwe Zijde van de stad. De brug verviel toen dit gedeelte van het Damrak in 1885 werd gedempt. De beide Oudebrugstegen wijzen nog de plaats aan van de oude brug. Op de plaats waar de Oudebrug lag, bevindt zich nu de kade langs de noordzijde van de in 1905 geopende Beurs van Berlage.

    P.L. Kramerbrug, brug 400 in de Amsteldijk over het Amstelkanaal.
    Deze vaste brug is genoemd naar Pieter Lodewijk Kramer (1881-1961). Hij was een architect van de Amsterdamse School, die betrokken was bij de bouw van het Scheepvaarthuis. Hij is vooral bekend geworden door de meer dan 220 bruggen, die hij heeft vormgegeven, vaak in samenwerking met beeldhouwer Hildo Krop (1884-1970). Deze brug is er één van.

    Paerlbrug.
    Dit was een voorgangster van de Paerlduiker, brug 91 die de Oostelijke Eilanden Wittenburg en Kattenburg verbindt. De Paerl was een bierbrouwerij, die vroeger op Wittenburg gevestigd was.

    Panamabruggen, brug 1965 en 1966 in de Panamalaan, respectievelijk over het Lozingskanaal en de Nieuwe Vaart.
    Deze vaste bruggen zijn genoemd naar de Panamalaan, waarin zij liggen. De naam Panama is ontleend aan het Panamakanaal, dat tussen 1900 en 1914 gegraven is dwars door de landengte van Panama in Midden Amerika.

    Papenbrug.
    Deze brug over het Damrak werd rond 1475 gebouwd en werd, ondanks felle protesten van Justus van Maurik (1846-1904), gesloopt in 1885 voor de gedeeltelijke demping van het Damrak. De huidige Papenbrugsteeg wijst de plaats aan waar deze brug gelegen heeft. Over de verklaring van deze brugnaam bestaat een zestiende-eeuws verhaal, dat vertelt over een oude vervallen brug over het Damrak, die op een Vastenavond door enige geestelijken in brand werd gestoken. Daardoor kreeg de herstelde of vernieuwde brug de naam Papenbrug. Een andere mogelijkheid is dat de geestelijkheid van deze brug gebruik maakte om van de Oude naar de Nieuwe Kerk te lopen.

    Papeneilandsbrug.
    Dit is een vroegere naam voor de Lekkere Sluis, brug 59 over de Prinsengracht bij de Brouwersgracht. De naam Papeneiland herinnert waarschijnlijk aan de Karthuizer monniken, die hier vroeger hun bezittingen hadden.

    Papenkerksbrug.
    Dit is een vroegere naam voor de Dageraadsbrug, brug 353 over de Nieuwe Vaart, zo genoemd, omdat het voormalige dorp Oetewaal, dat hier lag, na de Alteratie van 1578 rooms bleef.

    Parnassusbrug, brug 415 in de Parnassusweg over het Zuider Amstelkanaal.
    Deze vaste brug, ontworpen door Piet Kramer, ontleent haar naam aan de Parnassus, een berg in Griekenland. In de Griekse mythologie was dit de woonplaats van Apollo en de Muzen.

    Pastoorsbruggetje.
    Deze kleine brug lag over de Bleekersloot ter hoogte van het oude kerkje ‘De Liefde’ en vormde de verbinding tussen het Schuttingpad en het Lange Bleekerspad. Zij werd in 1892 afgebroken voor de aanleg van de De Clercqstraat.

    Pestbrug.
    Deze ophaalbrug, die ook wel Latjesbrug werd genoemd, lag aan de Overtoomsevaart en leidde naar het Pesthuis, dat ook als krankzinnigengesticht dienst deed. Het Pesthuis dateerde uit 1635 en werd in 1891 verbouwd tot Wilhelmina Gasthuis.

    Pijlsbrug.
    Deze brug lag voor de Pijlsteeg over de O.Z. Voorburgwal. Zij werd in 1516 gesloopt en vervangen door de Varkenssluis, brug 204. De Pijlsteeg ontleent haar naam aan Dirk Pijl, een bewoner van deze steeg, die leefde in de veertiende eeuw.

    Pijpbrug.
    Dit is een onofficiële naam voor de Mariniersbrug, brug 272 over de Dijksgracht.

    Pillenbrug.
    Dit is een andere naam voor de Varkensluis, brug 204 over de O.Z. Voorburgwal, die jarenlang een ontmoetingsplaats was voor junkies, daklozen en alcoholisten. Buurtbewoners sloopten de zitbank op deze brug. Ook werden er vier beelden geplaatst van Marti van der Loo. Toen er een bloemen- en een oliebollenkraam op de brug werden gezet, verplaatste de handel zich naar de volgende brug, de Paulusbroedersluis, brug 215. Toen daar vervolgens een zuurstokkenkraam werd neergezet, werd de ontmoetingsplek naar elders verplaatst.

    Pont d’Amoureux.
    Dit was een bijnaam van de Hoge Sluis ten tijde van de Franse bezetting (1795-1815).

    Pottebackersteegbrug.
    Dit was een brug over de N.Z. Achterburgwal bij de Pottenbackersteeg, een oude naam voor de huidige Korte Kolksteeg. Deze brug werd in 1867 gesloopt bij de demping van dit water voor de aanleg van de Spuistraat.

    Prince Brug.
    Dit was een oudere naam voor de Drieharingenbrug, brug 320 genoemd naar het naburige Prinseneiland.

    Rapenburgerschutsluis.
    Dit is een oude en onofficiële naam voor de Scharrebiersluis, brug 278 over de Nieuwe Herengracht bij het Kadijksplein. Wat de naam Rapenburg betreft, tast men in het duister.

    Rareperpost.
    Dit is een onofficiële naam voor de Kanaalpost, brug 71P in de Bloemendalergouw bij het Goudriaankanaal. Het dorp Ransdorp staat lokaal ook bekend als Raarp of Rarep.

    Reguliersbrug.
    Dit is een oude naam voor de Muntsluis, brug 1. Deze brug was genoemd naar de Regulierspoort, die hier vanaf 1480 gestaan heeft en waarvan een deel nog terug te vinden is in de huidige Munttoren. De naam is afkomstig van het Reguliersklooster, dat hier toen buiten de veste lag.

    Riddersbrug.
    Deze gesloopte brug lag voor de Ridderstraat over de Oudeschans en werd in de volksmond ook wel Scheepjesbrug genoemd (zie aldaar).

    Riekerhavenbrug, brug 307 in het Jaagpad over de Riekerhaven.
    Deze ophaalbrug voor fiets- en voetverkeer ontleent haar naam aan de hier gelegen Riekerpolder. Deze naam is afkomstig van het vroegere dorp Rijk, dat ten zuiden van het dorp Sloten heeft gelegen.

    Roobrug.
    Dit was een oude naam voor de Doelensluis, brug 220 over het Rokin. Op de kaart van Pieter Bast (1597) heette ze Roobrug, omdat ze toen rood geschilderd was.

    Ruslandsbrug, brug 216 in het Rusland over de O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug ontleent haar naam aan het Rusland. In een akte uit 1403 wordt melding gemaakt van Willem Ruusschentuin. Deze naam is in de loop van de tijd verbasterd tot Rusland.

    Salamanderbrug.
    Dit is een onofficiële naam voor de Hoge Brug, brug 1998 in de Pompmanstraat over het Spoorwegbassin. Deze naam is ontleend aan haar bijzondere vorm. Zie ook Dinosaurusbrug.

    Saturnusbrug.
    Dit is een verbastering van de naam Zaterdagsebrug, een brug over de Lindengracht, die in 1895 gedempt werd, waardoor deze brug verdween.

    Scheepjesbrug.
    Dit was een andere naam voor de gesloopte Riddersbrug over de Oude Schans, zo genoemd omdat men hier scheepjes kon huren voor de pleziervaart.

    Schuitmansteegbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Achterburgwal ter hoogte van de huidige Mosterdpotsteeg en werd gesloopt in 1867 bij de demping van dit water voor de aanleg van de Spuistraat. De Mosterdpotsteeg heette vroeger Schuitmansteeg, waarschijnlijk naar een voormalige bewoner. Ook de naam Ruyschensteynsteeg komt voor.

    Sint Luciënbrug.
    Dit bruggetje lag over een uitloop van de Begijnsloot in de N.Z. Voorburgwal aan de Pijpenmarkt. Hier lag het Sint Luciënklooster, dat later onderdeel werd van het Burgerweeshuis (nu Amsterdams Historisch Museum). Het bruggetje is afgebroken bij de demping van de N.Z. Voorburgwal in 1884.

    Sint Nicolaassteegbrug.
    Deze brug overspande de N.Z. Voorburgwal bij de St Nicolaasstraat en werd gesloopt bij de demping van dit water in 1884. Sint Nicolaas is de beschermheilige van Amsterdam.

    Sixbruggetje.
    Dit was een bruggetje bij het buitenhuis Klein Kostverloren van de zeventiende-eeuwse burgemeester Jan Six. Het is beroemd geworden door een ets van Rembrandt, een huisvriend van Six. Het bruggetje was gelegen aan de Amsteldijk Noord in het huidige Amstelveen.

    Sophiabrug.
    Dit was eens een officiële naam voor de Blauwbrug, die echter nooit is ingeburgerd, net als het Sophiaplein voor het Muntplein. Sophia van Württemberg (1817-1877) was de eerste echtgenote van Koning Willem III, die deze vernieuwde brug in 1839 opende.
    Spaarndammersluis.
    Dit was een voorganger van de Haarlemmersluis, die in 1506 werd afgebroken. Zij was genoemd naar de plaats Spaarndam.

    Spinozabrug, brug 187 in de Spinozastraat over de Singelgracht.
    Deze vaste brug is genoemd naar Benedictus Spinoza (1632-1677), een Joods wijsgeer, die vooral bekendheid kreeg door zijn ‘Ethica’.

    Stadhoudersbrug.
    Dit is een oudere naam voor de Torontobrug, brug 350 over de Amstel in de Stadhouderskade, waaraan deze brug haar naam ontleende. Deze kade is genoemd naar zowel stadhouder Willem II (1626-1650) als stadhouder Willem III (1650-1702).

    Stadsherbergsbrug.
    Deze brug lag in het Open Havenfront ter hoogte van de Martelaarsgracht bij de Nieuwe Stadsherberg. Bij de aanleg van het Stationseiland werd deze brug afgebroken.

    Stenenbrug, brug 557 bij de Burgemeester A. Colijnweg over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer, ontworpen door Piet Kramer, is een van de eerste bruggen in het Amsterdamse Bos, die van steen gemaakt is. De meeste bruggen waren van hout.

    Stormsteegbrug, brug 210 in de Korte Niezel over de O.Z. Achterburgwal.
    Deze vaste brug is genoemd naar de Stormsteeg. In de zestiende eeuw lag deze steeg aan de rand van Amsterdam, waardoor zij weinig beschutting had tegen de wind en het er dus behoorlijk kon waaien. Waarschijnlijk vindt deze naam hier haar oorsprong.

    Strontenburgerbrug.
    Dit was een oude bijnaam voor de brug voor de Nieuwe Heypoort. Zij werd zo genoemd vanwege de milieu-overlast, die veroorzaakt werd door twee nabij gelegen scheepswerven. Vanaf 1606 heet deze brug Heibrug, brug 4.

    Tabaksbruggetje.
    Dit is een andere naam voor het Makelaarsbruggetje, brug 115 over de O.Z. Voorburgwal bij de Sint Barberenstraat. Zij wordt ook wel Brug der Tabakieten genoemd, omdat men door de Sint Barberenstraat uitkomt in de Nes bij Frascati, waar vroeger de tabaksveilingen gehouden werden.

    Tafelbrug, brug 1267 in de Rozenburglaan over de Weespertrekvaart.
    Dit is een onofficiële naam voor de Duivendrechtse Brug.

    Tasmanbrug.
    Dit is een andere naam voor de Westerkeersluis, brug 346 over het Westerkanaal in de Tasmanstraat, waaraan zij haar naam ontleent. Abel Jansz. Tasman (1603-1659) was zeevaarder en ontdekte Tasmanië en Nieuw Zeeland.

    Theophile de Bockbrug, brug 360 in de Theophile de Bockstraat over de Schinkel.
    Deze ophaalbrug voor fiets- en voetverkeer is genoemd naar Theophile de Bock (1851-1904), een schilder die vooral bekend staat om zijn natuurtaferelen.

    Tolbrug.
    Dit was de voorgangster van de Wiegbrug, brug 173 in de De Clercqstraat over de Kostverlorenvaart. Deze brug, waarbij men tol moest betalen, heeft hier tot 1900 gestaan en werd daarna vervangen door de Wiegbrug.

    Uilenburchs Brug.
    Deze brug over de Houtkopersburgwal in de Nieuwe Uilenburgerstraat heet nu Steenvoetsluis, brug 291. Vermoedelijk vindt de naam Uilenburg haar oorsprong in het hier gelegen moeras, dat in 1470 Uylenbraeck werd genoemd.

    Uiterstebrug.
    Dit was een vroegere naam voor de huidige Nieuwe Brug, brug 303 over het Damrak bij de Prins Hendrikkade, zo genoemd omdat deze brug toentertijd pal aan het IJ lag en men dus niet verder kon.

    Van der Meyensbrug.
    Dit was een brug over het Spui bij het Rokin. Deze brug was vernoemd naar Abraham Davidsz van der Meyen, een bekende in de buurt uit het begin van de zeventiende eeuw. Deze brug werd afgebroken bij de demping van het Spui in 1882.

    Van Hallbrug, brug 171 in de Kostverlorenstraat over de Kostverlorenvaart.
    Deze basculebrug is genoemd naar Floris Adriaan van Hall (1791-1866). Deze Amsterdamse advocaat nam als Minister van Financiën in 1844 drastische maatregelen om de enorme staatsschuld terug te dringen.

    Vierwindenbrug, brug 543 in de Verlengde Oude Karselaan over een afwateringstocht.
    Deze vaste brug voor voetverkeer in het Amsterdamse Bos, naar een ontwerp van Piet Kramer, is genoemd naar de vier windstreken, die op deze brug zijn aangegeven door middel van woorden en richtingspijlen.

    Venbrug.
    Een privé bruggetje over de Torenven in Zunderdorp. Een ven is een moeras, in dit geval nabij een toren.

    Vliegende brug.
    Dit was een vroegere ophaalbrug voor de Vierwindendwarsstraat tussen het Realen- en het Prinseneiland op de plek van de huidige Drieharingenbrug, brug 320. Zij ging erg snel omhoog, vandaar de naam.

    Volendammerbrug, brug 558 en brug 559 bij de Radartoren over een afwateringstocht.
    Deze twee vaste bruggen voor voetverkeer, die in het Amsterdamse Bos in elkaars verlengde liggen, ontlenen hun naam aan de Volendammer stijl, waarin deze bruggen door Piet Kramer zijn vormgegeven.

    Wasknijper, brug 177 in de Distelweg over het Buiksloterkanaal.
    Deze ophaalbrug dankt haar naam aan de vormgeving van de contragewichten op de bascule, die aan een wasknijper doen denken.

    Waterschipsteegbrug.
    Deze brug lag over de N.Z. Achterburgwal bij de toenmalige Waterschipssteeg en is gesloopt bij de demping van dit water voor de aanleg van de Spuistraat in 1867.

    Weesperstraatbrug.
    Dit is een oudere, onofficiële naam voor de M.S. Vaz Diasbrug, brug 238 over
    de Nieuwe Herengracht in de Weesperstraat, waarnaar zij genoemd is. Op haar beurt is de Weesperstraat genoemd naar de stad Weesp.

    Weessluis.
    Deze brug lag tussen de Sint Luciënsteeg en de Rosmarijnsteeg over de N.Z. Voorburgwal. Zij ontleende haar naam aan het nabijgelegen Burgerweeshuis (nu het Amsterdams Historisch Museum). Zij is gesloopt bij de demping van de N.Z. Voorburgwal in 1884.

    Westergasbrug, brug 193 voor de Westergasfabriek over de Haarlemmervaart.
    Deze stalen ophaalbrug houdt de herinnering levend aan de voormalige Westergasfabriek, die hier van 1885 tot 1985 in bedrijf is geweest.

    Westerkeersluis, brug 346 in de Tasmanstraat over het Westerkanaal.
    Deze basculebrug is genoemd naar het Westerkanaal, waarover zij ligt en naar het feit dat zij in het westelijk deel van Amsterdam ligt.

    West Indische Sluis.
    Dit is een van de oudere namen voor de Kikkerbilsluis, brug 279 over de Oudeschans bij de Prins Hendrikkade, zo genoemd vanwege de nabijheid van de West-Indische pakhuizen.

    Wetlandbrug, brug 1541 in de Wetlands van het Amsterdamse Bos.
    Deze drijvende brug ligt in de Wetlands, een moerasachtig zeer waterig gebied vlakbij het Nieuwe Meer.

    Wormbrug.
    Deze basculebrug lag in het verlengde van de Mariniersbrug, brug 272 aan de IJzijde van de spoordijk op het schiereiland van de Oostelijke Handelskade. Deze brug werd in de jaren zestig van de vorige eeuw gesloopt bij de demping van de daar gelegen Binnenhaven.

    Zaterdagsebrug.
    Deze brug over de Lindengracht verdween na demping van deze gracht in 1895. Zij is genoemd naar de Saterdagsgang, die hier in de zeventiende eeuw lag. Ook was hier later een bekende bakkerij op een hoek bij deze brug, die bekend stond als Saterdachhuys.

    Zeilstraatbrug, brug 348 in de Zeilstraat over de Schinkel.
    Deze basculebrug is genoemd naar de Zeilstraat, die op haar beurt vernoemd is naar het doek op een vaartuig, dat bedoeld is voor de opvang van wind.

    Zondagsbrug.
    Dit is een verbastering van de naam Zaterdagsebrug, een brug over de Lindengracht, die in 1895 gedempt werd, waarmee deze brug verdween.

    Zoutkopersbrug.
    Dit is een oudere naam voor de Vredenburgerbrug, brug 209 over de O.Z. Achterburgwal, zo genoemd naar een zoutkoperij die hier vroeger gevestigd was.

     

    Door Peter Korrel

     

    N.B.
    In deze twee lijsten zijn geen stations noch viaducten (op de Vondelbrug na) opgenomen, die overigens wel in de Bruggenlijst voorkomen.
    Daarentegen zijn er in deze twee lijsten wel een aantal P-bruggen opgenomen, die niet in de Bruggenlijst voorkomen. P-bruggen zijn bruggen in de openbare weg, die eigendom zijn van en onderhouden worden door particulieren, Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat of de Hoogheemraadschappen, uitgezonderd de N.V. Nederlandse Spoorwegen, die de S-bruggen beheert.

    Veel van de gegevens in deze bijlage zijn ontleend aan de volgende drie boeken:
    - Martha Bakker (red), Stadsatlas Amsterdam, Amsterdam 1999
    - J.H. Kruizinga, Amsterdam, stad der duizend bruggen, Naarden 1973
    - J.H. Kruizinga, Het XYZ van Amsterdam, Amsterdam 1995


terug naar boven

Han Hendriks email: Aan & Uitleg    Copyright © 2007 Han Hendriks.